‘Visie glastuinbouw is makkelijker te verdedigen dan het belang’

Hij heeft als aangesteld bestuurder zitting in het bestuur van Glastuinbouw Nederland. Een functie die te vergelijken is met die van Jacco Vooijs. Om die reden vertegenwoordigt Jean Aerts de glastuinbouw in diverse besturen en overlegorganen op gebied van water, plantgezondheid en energie. Maar als oud-chrysantenteler mist hij het ondernemerschap nog bijna dagelijks. “Daarom ben ik elke week actief op een glastuinbouwbedrijf. Ik heb het nodig om regelmatig met de planten te praten.”

In zijn jaren als ondernemer was hij via de studieclubs al van dichtbij betrokken bij innovaties. Die activiteiten leverden hem een brede kennis en ervaring op. Betrokkenheid destijds bij de liberalisering van de energiemarkt komt hem vandaag de dag nog steeds van pas.
Een landelijke bestuursfunctie liet vervolgens niet lang op zich wachten. In 2013 trad Jean Aerts toe tot het bestuur van Glastuinbouw Nederland, hetgeen hem de langstzittende bestuurder maakt. “Verduurzaming op gebied van water, energie en plantgezondheid bepaalt nog steeds mijn agenda. Het stikstofdossier is daar recent aan toegevoegd. Als bestuurder werk ik heel nauw samen met de verschillende gespecialiseerde medewerkers van Glastuinbouw Nederland. Dat loopt prima. Overigens worden mijn activiteiten beoordeeld door het regiobestuur van Limburg.”

Geothermie in gesteente
Beide woorden zijn gevallen: verduurzaming en Limburg. Tezamen vormen ze een dossier waar Jean Aerts veel tijd en energie in heeft zitten, maar waar het gewenste perspectief vooralsnog ontbreekt. “In Zuidoost-Nederland is dat inderdaad nog niet geborgd. Geothermie in gesteente is niet toegestaan, in tegenstelling tot België en Duitsland. Bijna letterlijk op een steenworp afstand van teeltgebieden in Noord-Limburg wordt er in buurlanden wel met succes gebruikgemaakt van aardwarmte, als onderdeel van de verduurzaming.”
De kwestie in een notendop: glastuinbouwbedrijven namen het initiatief voor geothermie op twee locaties. Toestemming om te boren was er, een winningsvergunning nog niet. Nadat er sprake was van lichte trillingen in het gebied werd het hele project op last van de overheid stopgezet. “Terwijl EZK in eerste instantie sprak van aanvaardbaar risico, maar het Staatstoezicht op de Mijnen besliste anders. Tot grote frustratie van de ondernemers, maar zeker ook van mij.”

Periode van disruptie
Juist voor dat gevoel probeert de bestuurder Jean Aerts te waken. “Binnen Glastuinbouw Nederland zijn we met zoveel essentiële dossiers bezig, zowel voor de korte als de langere termijn. In het team van specialisten en coördinatoren zitten echte bijters, maar ze moeten wel worden gevoed. Dat kan het beste met successen of in ieder geval het uitzicht daarop. Gelukkig hebben we sterke visies als basis. Een visie is immers makkelijker te verdedigen dan een belang.”
De huidige situatie omschrijft hij als een periode van disruptie. “Bedrijven worden geconfronteerd met ingrijpende, technologische veranderingen. Dat vereist voldoende kennis aan de kant van de overheid, maar juist dat ontbreekt. Kennisoverdracht op ministeries is onvoldoende. Dat zie je niet alleen op gebied van energie, maar bijvoorbeeld ook met het op vrijdag 18 november ondertekende veenconvenant. Tuinbouw heeft met zowel de lange (Parijs akkoorden) als de korte CO2-cyclus te maken. De korte is fotosynthese en die is toch positief voor onze sector?” Kennis van teeltsystemen is op veel departementen beperkt, ervaart Jean Aerts. “Gelukkig hebben we voor de vermeerderaars en telers van pot- en perkplanten wel stappen kunnen maken rondom veen en substraat. Er ligt nu een werkbaar convenant.”

Werkbare visies
Waar het volgens Jean Aerts om gaat is dat je als ondernemer en als sector niet afhankelijk wilt zijn van de overheid. “Je moet in staat zijn om te schakelen. Dat is vooral in de huidige tijden hard nodig, maar die ruimte mis je nu bij LNV en ook bij EZK.”
De rol van Glastuinbouw Nederland omschrijft hij als een kwestie van goed informeren van alle betrokken partijen en het helder uitventen van werkbare visies. “Het boekje Voorwaarts Mars was daar een prima voorbeeld van. Maar ook op gebied van Gezondheid & Geluk hebben we nog veel te winnen. Beleving speelt een steeds belangrijkere rol, dat moeten we opnemen in de marketing van de glastuinbouw. Ook het complete verhaal van het energieverbruik van de sector moet nadrukkelijker worden uitgedragen, hoe moeilijk dat ook is. Het is mede bepalend voor de toekomst van onze ondernemers. Met gas zitten we op 9% van landelijke verbruik. Dat we daarmee 11% van de stroom maken, moeten we in de beeldvorming betrekken. Grotendeels telen we op restwarmte van de elektriciteitsproductie en gebruiken we CO2. Dan klinkt het verhaal anders.”

Grillige afzetmarkt
Jean Aerts put in dat opzicht vertrouwen uit het standpunt van de retailers. “Zij leggen de focus meer en meer op een positieve footprint en verdedigen daarbij het verhaal en de werkwijze van de innovatieve glastuinbouw in Nederland. Een retailer wil stabiliteit en duurzaamheid, dat kunnen onze telers bieden. Daarom zijn supermarkten en tuincentra bereid om een hogere prijs te betalen voor producten die voldoen aan hun standaarden. Dat neemt overigens niet weg dat enige zorg over de grillige situatie op de afzetmarkt op zijn plaats is. We hebben jarenlang gewerkt aan vaste relaties, die staan door veranderende teeltstrategieën wel onder druk nu we jaarrondrelaties hebben moeten loslaten.”

Zorg over Topsectorbeleid
Als grote sector binnen het pallet van LNV kiest de glastuinbouw nadrukkelijk voor hoge producties binnen emissievrije teeltsystemen. “Dat helpt echt in het verlagen van de footprint per eenheid product. En product dat heel goed scoort op residucontroles, zo blijkt telkens weer.” Jean Aerts merkt dat de keuze, dat je door intensiveren ruimte laat voor extensiveren, door LNV niet wordt begrepen. “Dat is een grote zorg. Met ecomodernisme scoor je op emissievrij en heb je weinig areaal voor de benodigde marktvraag. Het gebruik van CO2 om de fotosynthese in de kas te verhogen, zorgt ervoor dat we de marktvraag met 20% minder areaal kunnen invullen.”
Kennelijk kiest LNV momenteel uitsluitend, of sowieso te veel, voor extensiveren bij de toekenning van topsectorprojecten, constateert Jean Aerts. “Een zorgelijke ontwikkeling waarover we nadrukkelijk over in gesprek moeten met het ministerie. Juist omdat de ‘vergewis wetgeving’, die vanuit MVO-wetgeving op de tuinbouwsector afkomt, kijkt naar footprint en ecomodernisme ondersteunt.”

In de rubriek ‘Bestuurder in beeld’ laten we maandelijks een bestuurslid van Glastuinbouw Nederland aan het woord over zijn of haar bestuursactiviteiten, het ondernemerschap en visie op de actualiteit.

(Tekst: Roger Abbenhuijs)

Jean Aerts

Glastuinbouw Nederland - © 2024