Effect van irrigatiemethoden op vestiging roofmijten in chrysant zichtbaar

In 2019 heeft Proeftuin Zwaagdijk in opdracht van ChrysantNL en Glastuinbouw Nederland een proef uitgevoerd waar is gekeken naar de effecten van bovendoor irrigatie op de vestiging van Transeius montdorensis in chrysant. Een van de conclusies is dat vanaf dertien dagen na het laatste introductiemoment met roofmijten er bij onderdoor irrigatie meer roofmijten werden teruggevonden dan bij de irrigatiestrategie waar er bovendoor wordt geïrrigeerd.

Chrysanten worden gedurende de gehele teeltperiode van bovenaf geïrrigeerd. Door het ‘natworden’ van het gewas tijdens en na deze gietbeurt ontstaan er tijdelijk grote schokken in het vochtniveau en temperatuur boven maat ook in het gewas. Bij aanvang van dit onderzoek is de vraag gesteld of door deze gietmethode roofmijten, voedermijten en tripsen negatief worden beïnvloed in de vestiging en populatieontwikkeling.

Methodiek van irrigeren
In het onderzoek zijn verschillen gemaakt in de methodiek van irrigeren. Er is conform de praktijk bovendoor over het gewas watergegeven en er is onderdoor door middel van druppelaars watergegeven. Daarnaast is bij de irrigatie bovendoor een variatie gemaakt in de frequentie van de gietbeurten.
Het effect van deze irrigatiemethoden is beproefd op de roofmijt Transeius montdorensis, waarbij verschillende voedermijten, inclusief Nutrimite, zijn geïntroduceerd. In een periode van vijf weken zijn de roofmijten en voedermijten wekelijks geïntroduceerd. Hiernaast zijn wekelijks spoeltellingen uitgevoerd om de aantallen mijten in het gewas te kunnen bepalen.

De belangrijkste conclusies

  • Vanaf dertien dagen na het laatste introductiemoment met roofmijten werden er bij onderdoor irrigatie meer roofmijten teruggevonden dan bij de irrigatiestrategie waar er bovendoor wordt geïrrigeerd;
  • Tussen de voedermijten Thyreophagus entomophagus en Carpoglyphus lactis zijn geen verschillen in het aantal roofmijten aangetroffen;
  • Bijvoeren met Nutrimite in combinatie met onderdoor irrigatie zorgt ervoor dat de roofmijtpopulatie het minst snel afneemt;
  • Bij de onderdoorirrigatie zijn de aantallen voedermijten op vijf en dertien dagen na het vijfde introductiemoment significant hoger dat bij de gewassen waar enkel bovendoor werd watergegeven;
  • Er is geen effect waargenomen van de frequentie van de bovendoorirrigatie op de ontwikkeling van voedermijten.

Het volledige onderzoeksrapport is te vinden in de bijlage.

Glastuinbouw Nederland - © 2024