Nog geen duidelijke effecten roofmijtstrategieën chrysantenteelt
Het effect van deze irrigatiemethoden is beproefd op de roofmijt Transeius montdorensis, waarbij verschillende voedermijten, inclusief Nutrimite, zijn geïntroduceerd. In een periode van vijf weken zijn de roofmijten en voedermijten wekelijks geïntroduceerd. Hiernaast zijn wekelijks spoeltellingen uitgevoerd om de aantallen mijten in het gewas te kunnen bepalen. De eerste resultaten laten nog geen duidelijk effect zien van de irrigatiemethoden op de aantallen roofmijten. De proef, in opdracht van Glastuinbouw Nederland, wordt doorgezet tot en met week 43.
Wekelijks aantallen tellen
Om het neveneffect van diverse pesticiden (inclusie Daminozide) op de vestiging van de roofmijten Transeius montdorensis als Neoseiulus cucumeris te kunnen bepalen is Demokwekerij Westland in week 34 gestart met een proef waarbij in totaal tien verschillende middelen zijn gespoten met verschillende intervallen en verschillende toepassingsmomenten. Vanaf veertien dagen na plantdatum zijn daarbij wekelijks roofmijten geïntroduceerd in het chrysantengewas. Door wekelijks de aantallen mijten in het gewas te tellen, worden de effecten van de gebruikte middelen op deze mijten bepaald. In nauw overleg met telers en Glastuinbouw Nederland is de middelenlijst opgesteld.
De eerste resultaten laten nog geen sterke effecten zien van de toegepaste middelen op de twee roofmijten. Om vooral ook de duurwerking van de middelen op de mijten te kunnen bepalen wordt deze proef doorgezet tot en met week 44.