Plan voor groot regionaal warmtenet in het Oostland
Waar glastuinbouwondernemers eerst pionierden met enkele buren en samen een geothermiebron aanlegden, trekken zij nu samen op in een regionaal initiatief, samen met warmte-infrastructuurbedrijf NetVerder, de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Waddinxveen, Zuidplas, Zoetermeer en de provincie.
In plaats van lokale oplossingen per kascomplex, komt er een regionale warmte-infrastructuur waarop zowel de glastuinbouwsector, huishoudens en warmteproducenten kunnen aansluiten. Daarmee wordt niet alleen duurzame warmte voor circa 1.500 hectare kassen veiliggesteld, maar ontstaat er ook capaciteit voor de verwarming van ongeveer 45.000 woningen.
Glastuinders willen in 2040 klimaatneutraal zijn en bedrijven krijgen te maken met afschaffing van belastingvoordelen op gas, stijgende CO2-heffingen en een vastlopend stroomnet. Duurzame alternatieven zijn daarom noodzakelijk. Elektrificatie is in een energie-intensieve sector niet altijd haalbaar vanwege het overvolle stroomnet. Het warmtenet biedt hen mogelijk betaalbare, betrouwbare en duurzame warmte.
In Oostland zijn nu al 6 aardwarmtebronnen in bedrijf die zullen worden aangesloten op het warmtenet. Daarnaast zijn nog 13 aardwarmtebronnen en 3 overige duurzame bronnen in ontwikkeling die kunnen worden aangesloten op het warmtenet. De totale besparing aan CO2 wordt op termijn geraamd op 465 kiloton per jaar.
In 2027 staan de eerste werkzaamheden gepland in Noordpolder en Zuidplaspolder. In de toekomst wil men ook een verbinding aanleggen worden tussen warmtenet Oostland en WarmtelinQ, de grote transportleiding voor warmte van de Rotterdamse haven naar Den Haag.
Half mei tekenden Glastuinbouw Nederland, de vijf gemeenten in Oostland, provincie Zuid-Holland, en NetVerder een intentieverklaring voor de aanleg van dit regionale warmtenet. NetVerder neemt de ontwikkeling van het hoofdtransportnet op zich, waarna glastuinbouwondernemers zelf afspraken maken met leveranciers van duurzame warmte.
