Dat blijkt uit de 2021-editie van het rapport ‘De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband’, dat is opgesteld door Wageningen Economic Research (WeCR) en het CBS. De cijfers over 2020 leren dat de agrarische handel vorig jaar over het algemeen minder hard is geraakt door de coronacrisis dan andere sectoren. Dat heeft vooral te maken met het feit dat agrarische producten essentiële goederen zijn.
Ondanks corona zat de sierteeltexport, inclusief bloembollen en boomkwekerijproducten, in 2020 een half procentje in de plus. Bij de glasgroenten ligt dat genuanceerder. Tomaat kampte met lagere prijzen, paprika noteerde wel een hogere exportwaarde in 2020.

Gevolgen brexit
De EU – exclusief het VK – is verreweg de grootste exportmarkt voor Nederland, met een aandeel van 67% in 2020. Het percentage is wel gedaald door brexit. De handel met niet-EU-landen laat voor het eerst een handelsoverschot zien in plaats van een handelstekort, doordat het Verenigd Koninkrijk nu een niet-EU-land is als gevolg van brexit. Met het VK heeft Nederland namelijk een fors handelsoverschot met landbouwgoederen.
Van de sierteeltexport ging 29% naar Duitsland, 12% naar het VK en 9% naar Frankrijk. De exportwaarde naar Duitsland en het VK steeg met respectievelijk 5% en 2%. Van de totale waarde aan geëxporteerde sierteeltproducten was 89% van Nederlandse makelij.

Interne EU-markt
Van de totale uitvoer van bloemen, planten, bloembollen en bomen vindt dus tweederde  een afnemer binnen de Europese Unie. “Begrijpelijk, want dat is in feite onze thuismarkt”, zegt directeur Ruud Paauwe van Glastuinbouw Nederland in reactie op het rapport. “Er wordt wel gesproken over export, maar het is in feite afzet op de interne binnenmarkt van de EU. Gezien de afstanden naar de diverse EU-landen kun je spreken van overwegend lokale afzet van onze producten. Dat symboliseert ook op gebied van logistiek de duurzame aanpak die onze siertelers voorstaan. Uiteraard geldt dat ook voor de producenten van glasgroenten.”