Daarnaast gaan de bij het Cao-overleg betrokken partijen op korte termijn met elkaar in gesprek om de protocollaire afspraken verder uit te werken, die in juni van dit jaar in het kader van de huidige Cao zijn gemaakt over: duurzame inzetbaarheid van (flex)medewerkers, extra inzet van periodieke gezondheidsonderzoeken en de aanpak van de schuldenproblematiek van medewerkers.
“Wij nemen onze verantwoordelijkheid en hebben het initiatief daartoe zelfs naar ons toe gehaald”, vervolgt Ilse Lensink. “Dit alles naast datgene wat al aan arbeidsvoorwaarden in de Cao staat. Denk hierbij aan alle inzet om mensen op te leiden waar we gezamenlijk veel geld in investeren, zoals Kasgroeit, onze gezamenlijke inzet met arbodienst Stigas en noem maar op.”

Seizoensmatig karakter
De werkgeversorganisaties hebben geconstateerd dat de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), die per 1 januari 2020 wordt ingevoerd, geen rekening houdt met het seizoensmatig karakter van de sectoren. Om die reden heeft de minister, op een aantal plaatsen in deze wet, Cao-partijen de gelegenheid geboden om afspraken te maken die rekening houden met het seizoensmatig karakter van de sectoren. Dit is onder andere het geval bij oproepkrachten en de ketenbepaling.
De werkgeversorganisaties hebben bij de vakbonden aangegeven van die mogelijkheid gebruik te willen maken. “Overigens zijn onze voorstellen tot invulling van de geboden ruimte in de wet, een verbetering voor de oproepkrachten ten opzichte van de huidige situatie”, aldus Ilse Lensink.

Zoeken naar goede oplossingen
Daarnaast zien de werkgeversorganisaties, als gevolg van de WAB en de lage rentestanden die grote invloed hebben op de reserves van het pensioenfonds BPL, een grote loonkostenstijging op zich af komen. Vandaar ook dat zij geen Cao wilden afsluiten tot na 1 januari 2020. Eerst willen werkgevers inzicht krijgen in wat dit allemaal in materieel opzicht gaat betekenen. “Wij zoeken naar goede oplossingen, waarbij het voor de werknemer zeker niet slechter hoeft te worden. Werkgevers zouden graag zien dat werknemers meer nettoloon overhouden, maar de laatste jaren zijn door het overheidsbeleid de premie en belastingdruk alleen maar toegenomen. Wij hebben vakbonden opgeroepen dit samen met ons onder de aandacht te brengen bij de overheid”, verduidelijkt Ilse Lensink.
Werkgevers willen een gezond pakket aan arbeidsvoorwaarden afspreken. “Daarbij moet de onbalans die is ontstaan door de WAB, onder gebruikmaking van de mogelijkheden die worden geboden, meer in lijn worden gebracht met de praktijk. Een praktijk waarbij de arbeidsuren nu eenmaal samenhangen met het groeiproces van de planten en bloemen.”

Door met voorbereidingen
Samenvattend noemt Ilse Lensink het jammer dat zo snel in het overlegproces op deze wijze richting wordt gegeven. “Het is nu afwachten of FNV bij onze eerstvolgende afspraak weer aan tafel komt. Wij gaan in ieder geval door met de voorbereidingen van de afgesproken eerstvolgende onderhandelingsronde begin december.”