Zeer snelle oplossing voor MRL-kwestie bosradijs

Eind vorig jaar leidde de geupdate versie van de bijlage van de EU Residuverordening met een nieuwe productindeling tot grote onrust onder de bladradijstelers. Het loof van radijs werd ingedeeld in de productgroep bladkoolachtigen. Dit is echter niet in lijn met de goede agrarische praktijk, toegelaten middelen en bijbehorende MRL. Gelukkig lijkt hier nu snel een einde te zijn gekomen.

Door een daadkrachtige reactie vanuit de Landelijke commissie radijs, in nauwe samenspraak met LTO Glaskracht Nederland en Groente en Fruithuis is er gericht op de ontstane problematiek een goed stel acties uitgezet.

Dat een snelle oplossingsroute noodzakelijk was, bleek al uit het gegeven dat het punt tijdens de EU SCoPAFF vergadering eind februari al geagendeerd was. De EU lidstaten hebben hierbij een commissie voorstel gesteund om middels een amendement deze omzetting uit te stellen tot 1 januari 2022. Hierdoor is er tijd om middels residustudies concrete data vast te stellen of het onderbrengen van radijsbladeren onder de groep van de kolen ook toepasbaar is.

Over het amendement wordt komende SCoPAFF meeting op 22 maart gestemd. Omdat de commissie niet wil dat het radijsseizoen hiervan hinder ondervindt, willen ze dit in laten gaan vanaf 1 april 2018. En hebben zij de vertegenwoordigers van de lidstaten gevraagd hun autoriteiten op de hoogte te stellen van deze wijziging. Via LTO Glaskracht Nederland is deze problematiek ook ingebracht bij Copa Cogeca, die op haar beurt het amendement ondersteunt.

Vervolgacties LTO Glaskracht Nederland
In de Europese werkgroep Fruits & Vegetables is bovengenoemde kwestie besproken door de Duitse afgevaardigde. Er is uitgesproken om gezamenlijk  te komen tot een werkbaar systeem voor het radijsloof van de bosradijstelers omdat het loof niet uitgesloten kan worden van consumptie.

Stap 1 hierin is gezamenlijk te kijken onder welke gewasgroep het loof het beste kan worden ingedeeld. Indien noodzakelijk kunnen aanvullende residustudies worden uitgevoerd, waarbij het echter essentieel is dat de landbouwkundige praktijk van de radijsteler wordt gebruikt om tot de MRL-waarde te komen, aangezien het middelenpakket van de Europese radijsteler smal is en die van de Europese radijsteler nog smaller.

Omdat deze aanpassing naar de toekomst niet moet leiden tot een onwerkbare situatie voor de Nederlandse radijsteler zal de CEMP coördinator van LTO Glaskracht Nederland indien noodzakelijk nog een voorstel voor een bosradijsproject doen.

Jeannette Vriend

Glastuinbouw Nederland - © 2024