In 2050 maakt de inzet van robotisering, digitalisering en kunstmatige intelligentie in Nederlandse kassen handmatige arbeid vrijwel overbodig. Natuurlijk, er blijven altijd werkzaamheden over die niet geautomatiseerd kunnen worden omdat het in kassen allemaal om natuurlijke, vaak kwetsbare producten draait. Het overgrote deel van het productieproces van groenten, fruit, bloemen en planten verloopt in 2050 echter autonoom oftewel zonder menselijk ingrijpen: van het zaadje of stekje, de teelt en de oogst tot en met het sorteren en verpakken van producten aan toe.
Met de komst van steeds meer robots en machines ontstaan er ook nieuwe banen en nieuwe carrierekansen voor mensen, zonder dat je daarvoor per se groene vingers hoeft te hebben. En dat maakt werken in de glastuinbouw steeds aantrekkelijker.
In 2040 zijn kassen klimaatneutraal. Voor de verwarming van kassen zal dan geen fossiele energie meer nodig zijn zodat CO2-uitstoot niet meer aan de orde is. Kassen worden tegen die tijd verwarmd met aardwarmte (geothermie). Ook het gebruik van zonne-energie, elektrische warmtepompen en andere vormen van duurzame warmte zal dan gemeengoed zijn. Koude en warmte slaan telers waar mogelijk ondergronds op zodat hergebruik mogelijk is. Voor een betere groei en kwaliteit van de gewassen, dienen we groene CO2 toe, afkomstig van afvalverwerkingscentrales en de industrie.
In 2030 telen we bloemen, planten, groenten en fruit in kassen met een biologisch ecosysteem. Dat houdt in dat telers innovatieve teeltmethoden toepassen die voor sterke planten zorgen, planten die tegen een stootje kunnen en weerbaar zijn tegen ziekten en schadelijke insecten. Ze gebruiken drones, sensoren, camera's en diverse precisietechnieken om ziekten en plagen vroegtijdig op te sporen en aan te pakken.
Ziekten en plagen worden zoveel mogelijk bestreden door het inzetten van natuurlijke vijanden, zoals roofmijten en sluipwespen. Daardoor zijn er bijna geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer nodig. Op de bloemen en planten die de kas uitgaan, zul je dan ook nagenoeg geen resten meer aantreffen van gewasbeschermingsmiddelen. Ook zal er tegen die tijd nauwelijks nog een kans zijn dat er gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen vanuit de kas in het milieu terechtkomen.
Groenten, fruit, bloemen en planten worden in 2030 volledig in harmonie met onze natuurlijke omgeving geteeld. Hoe doen we dat? Door water dat we aan de planten geven, opnieuw te gebruiken. Daarmee gaan we zuinig om met water, maar ook met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De watersystemen in de kas controleren we doorlopend op lekkages zodat er geen vervuild water in het milieu terechtkomt. Water dat de planten niet nodig hebben, wordt gezuiverd voordat we het afvoeren. Het water dat de planten krijgen, is regenwater dat wordt opgevangen in bassins. Als er zware regenval wordt verwacht, kunnen telers hun bassins tijdelijk laten leeglopen zodat deze het water van de buien opvangen. Zo helpen telers wateroverlast in hun omgeving te voorkomen.
Sommige gewassen hebben extra licht nodig in bepaalde periodes. In kassen wordt deze belichting, tijdens de donkere periode van het jaar, 's avonds en 's nachts zoveel mogelijk afgeschermd zodat de omgeving er geen last van heeft. Verder zorgen telers steeds vaker voor bloemrijke bermen en groenstroken rond hun kassen om de biodiversiteit rondom hun kas te verbeteren.
In 2040 zijn circulaire kassen - waarin grondstoffen zoals water en meststoffen worden hergebruikt - vooral te vinden in de bestaande, vergrote of nieuwe glastuinbouwgebieden. Elders in Nederland zul je hier en daar ook circulaire kassen aantreffen, maar alleen op plekken waar bijvoorbeeld duurzame energie beschikbaar is.
Glastuinbouwbedrijven passen in hun ruimtelijke omgeving. Telers gebruiken die ruimte heel efficiënt, oftewel: zij weten op een kleine oppervlakte een zeer hoge productie te behalen. Tegelijkertijd dragen zij hun steentje bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Allereerst doordat verse groenten en fruit bijdragen aan de gezondheid van mensen en bloemen en planten voor een groene leef-, woon- en werkomgeving zorgen. Daarnaast gaat het gebruik van groen hittestress en verstening van steden tegen. De glastuinbouw voorkomt wateroverlast in de omgeving en kan duurzame energie aan de omgeving leveren.
De teelt in de kas en de bedrijfsvoering worden steeds meer circulair: alle grondstoffen zoals mest en water worden hergebruikt. In 2050 passen telers niet alleen slimme teelttechnieken toe voor het sluiten van kringlopen, ze vervangen ook allerlei plastic materialen door herbruikbare en/of gerecyclede varianten. Ook benutten we tegen die tijd de restanten van de planten die na de teelt overblijven, voor het maken van voedsel of voor verwerking in andere producten, zoals bouwmaterialen.