'Ik had geen idee dat er zoveel techniek bij het telen van bloemen komt kijken.'
Mink kwam bij Mopabloem terecht via een stagemarkt bij het bedrijf. Daar kreeg hij een rondleiding langs de technische installaties in de kas en kon hij in gesprek met verschillende technische toeleveranciers over stageplaatsen.
Techniek in de kas
Voor Mink was het meteen duidelijk: hij wilde stagelopen bij Mopabloem. “Tijdens de rondleiding zag ik hoeveel techniek er in en om de kas zat. Ik wist echt niet dat er zoveel techniek en automatisering kwam kijken bij het telen van bloemen.” Hij liep twee dagen per week stage bij Mopabloem. “Ik kreeg veel ruimte om te leren. Op school hebben we in het eerste jaar maar vier uur praktijk per week. Alles wat ik nu kan, heb ik in de praktijk geleerd.”
Volgens Coen Haakman van Mopabloem is het gebrek aan kennis over de techniek in de glastuinbouw een belangrijke reden waarom technische studenten de sector vaak links laten liggen. “Zeker in de tulpenteelt gaat de automatisering razendsnel omdat het een makkelijke bloem is om te verwerken: recht van vorm, altijd tussen de 35 en 45 cm. Een tulp kan bijvoorbeeld op z’n kop door een machine, bij een roos of lelie is dat een stuk lastiger.”
Wat techniek betreft heeft Coen zelf nog wel wat wensen op zijn lijstje staan. “We zouden graag een machine willen om zure bollen eruit te halen, dit zijn bollen met de schimmelziekte fusarium. Er bestaan al machines die dat op gewicht of röntgen kunnen detecteren, maar die zijn kostbaar. Maar ja, alle machines met geavanceerde techniek zijn duur. Ik zeg wel eens gekscherend dat onze Ferrari ‘s in de schuur staan. Maar dat is dus echt zo.”
In de praktijk
Mink reisde vijf maanden lang met zijn scooter van Badhoevedorp naar Rijsenhout. Hij sloot zijn stage af met een dikke 7,5. Zijn volgende stage wil hij graag in de woningbouw doen. “Ik wil ontdekken wat het beste bij me past. Maar ik weet nu dat je in de glastuinbouw veel kunt doen met een technische achtergrond.”