Wereldmilieudag: hoe glastuinders de biodiversiteit rond hun kassen verbeteren

Op 5 juni is het Wereldmilieudag, een door de Verenigde Naties uitgeroepen dag om stil te staan bij ons milieu. In de glastuinbouw gebeurt veel om het milieu groener te maken. Een voorbeeld daarvan zijn bloemenstroken om de biodiversiteit rond kassen te verbeteren. De bloemenstroken trekken nuttige insecten aan, zoals lieveheersbeestjes en zweefvliegen. Die helpen om plagen in de kas op een natuurlijke manier te bestrijden. Tegelijkertijd verbetert de biodiversiteit rond kassen en wordt de omgeving groener: een win-winsituatie.

Eind 2024 zijn twintig glastuinbouwbedrijven verspreid door Nederland gestart met onderzoek om uit te vinden hoe ze meer natuur rond hun kassen kunnen creëren. Het gaat om telers van bijvoorbeeld paprika’s, tomaten, aardbeien, chrysanten en gerbera’s. Naast hun kas hebben zij bloemenstroken van 250 m² ingezaaid. Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) testen of deze bloemenstroken meer nuttige insecten aantrekken, zoals gaasvliegen, zweefvliegen en lieveheersbeestjes, de natuurlijke vijanden van veel kasplagen. Deze nuttige insecten vliegen de kas in en helpen zo om plagen in het gewas op een natuurlijke manier te bestrijden. Daardoor hebben telers minder chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig. Tegelijkertijd verbetert de biodiversiteit rond hun kassen.

Twee bloemenmengsels
De onderzoekers testen twee speciaal samengestelde bloemenmengsels. Het eerste mengsel trekt vooral insecten zoals gaasvliegen, zweefvliegen en lieveheersbeestjes aan, die helpen om bladluizen te bestrijden. In het tweede mengsel zijn bloemen weggelaten die aantrekkelijk zijn voor trips zodat het risico vermindert dat deze schadelijke beestjes de kas invliegen. Op elk bedrijf is ook een veld van 250 m2 kort gemaaid gras aangelegd, zodat de onderzoekers de bloemenstroken daarmee kunnen vergelijken en de impact van de bloemenstroken nauwkeurig kunnen meten.

Op sommige bedrijven hebben de onderzoekers het eerste mengsel ingezaaid, op andere bedrijven het tweede. Zo kunnen ze ontdekken welk mengsel het beste werkt in verschillende situaties. Inmiddels zijn de gezaaide bloemen opgekomen en staan steeds meer planten in bloei. Onderzoekers gaan in 2025 en 2026 tellen hoeveel nuttige insecten de bloemstroken aantrekken, of er meer plagen in de kas ontstaan en wat de invloed is van andere planten in de buurt. Ook wordt onderzocht hoe je nuttige insecten uit de bloemenstroken kunt ‘oogsten’ en kunt inzetten in de kassen. Met de uitkomst van dit onderzoek kunnen telers in de toekomst beter kiezen welk bloemenmengsel het beste bij hun gewas past, want elk gewas kent andere plagen.

Naast bloemen ook bomen
Op de testlocaties hebben de bedrijven ook vier soorten jonge bomen aangeplant. Deze bomen trekken bladluissoorten aan die geen schade veroorzaken aan de planten in de kas, maar die wél voedsel zijn voor nuttige insecten, zoals lieveheersbeestjes. Dat is goed voor de planten in de kas en voor de biodiversiteit rondom de kas. Bovendien wordt het daardoor groener rondom de kas.

Samenwerking
Bij dit onderzoek werken verschillende organisaties samen. Zo zijn Glastuinbouw Nederland, Wageningen University & Research en Universiteit Leiden erbij betrokken. Het ministerie van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur betaalt mee, evenals provincies, gemeenten en bedrijven. Zo bouwen onderzoekers en telers samen aan een manier om bloemen, planten, groenten en fruit duurzamer te telen en weerbaarder te maken.

Quincy von Bannisseht

Kijkje in de kas: wat zijn bankerplanten?

Niet álle planten die in de kas staan worden verkocht. Naast het teeltgewas staan in sommige kassen ook andere planten, die goede beestjes helpen om schadelijke beestjes te bestrijden. Deze planten worden bankberplanten genoemd. Jeannette is…

Glastuinbouw Nederland - © 2025