Stikstof

Stikstof: stand van zaken

Sinds de Wet Natuurbescherming van kracht is in Nederland zijn Natura2000-gebieden aangewezen (in 1994, 2000 of 2004) die een aantal habitats bevatten die voor stikstof gevoelig zijn. Volgens de Wet Natuurbescherming moeten deze sinds aanwijzing worden beschermd. Het gaat daarbij veelal om stikstof. Omdat stikstofemissie via de bodem/grondwater voor de glastuinbouw gereguleerd is in het nutriëntenspoor (en dus goed geregeld), gaat het vooral om de stikstof die via de lucht wordt geëmitteerd. In de glastuinbouw gaat het dan veelal om de stookinstallatie en om transportbewegingen (vervoer van personeel, bezoekers en andere erfbetreders en goederen).
Met ingang van 29 mei 2019 ligt de vergunningverlening voor dit aspect van de Natuurbeschermingswet min of meer stil. De Raad van State heeft op die datum namelijk het gebruik van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vernietigd.

Stappenplan

In het stappenplan Stikstof staan de nu geldende regels en wat de opties zijn.

Berekening stikstofdepositie

Het advies is om in elk geval een berekening van uw stikstofdepositie te maken. Zeker als u plannen heeft of dicht in de buurt ligt van een N2000-gebied. Zo wordt duidelijk hoeveel stikstofdepositie nu wordt veroorzaakt en of er een risico is indien er (nog) geen geldige Wnb-vergunning aanwezig is.

Rekentool Aerius

Het berekenen van uw stikstofdepositie is niet eenvoudig. In de jaren voorafgaande aan de PAS bleek dat het uitermate moeilijk is voor individuele activiteiten of initiatiefnemers om aantoonbaar te maken hoeveel stikstofdepositie zij veroorzaakten. Emissie is immers niet hetzelfde als depositie. Emissie is wat terplekke uitgestoten wordt en depositie is wat daarvan elders terechtkomt. Depositie is van veel factoren afhankelijk (onder andere windrichting, weer, grondsoort etc) en kan ook nog eens per N2000-gebied verschillen. Om te voorkomen dat iedereen dure onderzoeken moest laten doen (en ook nog eens voor een behoorlijk aantal gebieden) en een systeem opzetten dat wetenschappelijk goed onderbouwd was, is de rekentool Aerius opgezet. Met deze tool zouden ook niet ingevoerden relatief eenvoudig moeten kunnen uitrekenen wat voor een activiteit de stikstofdepositie is.

Die tool is dus de rekentool Aerius geworden. Het gebruik van deze tool is inmiddels ook wettelijke vastgelegd.

Kengetallen
U kunt ervoor kiezen om in Aerius gebruik te maken van algemene kengetallen. U hoeft dan alleen een beperkt aantal gegevens in te vullen. U kunt er ook voor kiezen om voor uw specifieke situatie uw ketelgegevens etc. in te vullen. Dit is met name van belang als u denkt dat u (bijvoorbeeld vanwege een speciale instelling) minder stikstof uitstoot dan gebruikelijk. U kunt desgewenst ook een korte handleiding Aerius downloaden.

Op de website van Aerius vindt u alle informatie over handboeken en factsheets die u kunnen helpen bij invoeren van gegevens.

Wet Stikstofreductie

Om vergunningverlening voor die gevallen (boven de 0,0049 mol stikstofdepositie/ha/jaar) weer mogelijk te maken is recent de Wet Stikstofreductie en Natuurherstel aangenomen met daarin ook een ‘legalisatie-programma’. Naar verwachting gaat de nieuwe wet in per 1 juli 2020 en zal dus ook een programma bevatten dat is gericht op het alsnog kunnen verlenen van vergunningen voor voorheen vergunningsvrije projecten met geringe depositie. Dit is het zogenaamde legalisatieprogramma dat voor 1 juli 2021 duidelijk moet zijn.
Er is nog discussie over welke gevallen dan onder zo’n ’legalisatatieprogramma’ gaan vallen, maar dat zal voor 1 juli 2021 duidelijk gaan worden. Het Rijk staat dan aan de lat om de stikstofruimte te vinden, die voor zo’n legalisatie nodig is. 

Te goeder trouw onvergund
Voor de meeste glastuinbouwbedrijven geldt dat zij ‘te goeder trouw onvergund’ zijn. Wat betekent dat ? De meeste glastuinbouwbedrijven hebben nooit een berekening van hun toenmalige stikstofdepositie gemaakt, geen melding gedaan of een vergunning aangevraagd. De meeste gemeenten (veelal het eerste aanspreekpunt voor ondernemers met plannen) hadden immers het vinkje ‘Natuurbeschermingswet’ niet aanstaan in de procedure rond een omgevings-, bouw-, of andere vergunning. De gemeenten hadden in de meeste gevallen ten behoeve van de Natuurbeschermingswet een ‘verklaring van geen bedenking’ van de provincie (bevoegd gezag ten behoeve van Nb-wet) moeten halen om een vergunning te mogen verlenen. Dat is echter veelal niet gebeurd. Ook bij wijzigingen van de inrichting en meldingen Activiteitenbesluit via Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) werd dit niet vermeld. Nagenoeg alle glastuinbouwbedrijven waren er dus niet van op de hoogte dat zij een berekening van hun stikstofdepositie hadden moeten maken, laat staan van het feit dat zij een melding konden indienen of vergunning moesten aanvragen.

Vergunningplichtig
Veel glastuinbouwbedrijven veroorzaken stikstofemissie met ketels, of als gevolg van vervoersbewegingen ten behoeve van het bedrijf. Het gaat dan vaak om NOx-emissie. Daarbij gaat het echter vaak om zeer kleine hoeveelheden. NOx-emissie kan echter leiden tot stikstofdepositie (afhankelijk van de ligging van een bedrijf, overheersende windrichting etc.) en kan ver dragen. Een depositie onder de 0,0049 mol N/ha/jaar op een of meerdere voor stikstofgevoelige N2000-gebieden geldt dan als niet significant en daarvoor hoeft geen vergunning te worden aangevraagd.

Op basis van de nu geldende regels lijkt het erop dat met name glastuinbouwbedrijven - binnen een straal van 5 km van een voor stikstof gevoelig Natura 2000-gebied - die gebruik maken van een stookinstallatie (afhankelijk van de gebruikte stookinstallatie en de hoeveelheid vervoersbewegingen van en naar het bedrijf) enige stikstofdepositie zouden kunnen veroorzaken en daarmee vergunningplichtig zijn geworden.

Mocht de depositie onder de 0,0049 mol N/ha/jaar op een of meerdere voor stikstofgevoelige N2000-gebieden blijven, dan geldt deze als niet significant en daarvoor hoeft geen vergunning te worden aangevraagd. Wel kan worden overwogen om daarvoor dan (in plaats van een vergunning) wel een ‘toestemmingsverklaring’ in een andere vorm te vragen om er zeker van te zijn dat het bevoegd gezag erkent dat u niet-vergunningplichtig bent. Hiervoor kunt u gebruik maken van de Handreiking Voortoets Stikstof, maar u kunt ook op andere wijze proberen om goedkeuring van uw stikstofberekening vast te laten leggen. Bewaar in elk geval uw berekening goed!

Advies
Als u niets van plan bent met uw bedrijf en uw depositie verandert niet, kunt u overwegen om af te wachten tot de regels inzake vergunningverlening duidelijker zijn. Heeft u echter wel plannen of denkt u dat uw omgeving of omgevingsdienst mogelijk gaat vragen of u een Wnb-vergunning heeft, dan kan het zinvol zijn om nu toch al te starten met een vergunningaanvraag. De opties zijn verder uitgewerkt in een STAPPENPLAN (zie downloads).

Maak dus altijd een berekening om uw stikstofdepositie vast te leggen!

PAS en Spoedwet Stikstof

Voorheen was (ten behoeve van vergunningsverlening in het kader van de Wet Natuurbescherming voor het aspect Stikstof) een Programmatische Aanpak Stikstof opgesteld. Gedachte erachter was dat aan de hand van generieke maatregelen een (autonome) daling van de stikstofdepositie ruimte zou scheppen voor het toestaan van nieuwe activiteiten, de zogenaamde stikstofruimte. Die ruimte was verdeeld over activiteiten met een dermate kleine depositie dat kon worden volstaan met een melding (onder de 0,05 mol), ofwel moesten worden gemeld (van 0,05 mol tot de grenswaarde van meestal 1 mol, maar soms ook 0,5 mol). Boven de grenswaarde voor stikstofdepositie moest toen vergunning worden aangevraagd. De PAS is echter bij de Raad van State onderuit gegaan als methode om toestemming voor activiteiten te verlenen. Er mag dus geen vergunning meer worden verleend op basis van de PAS.
Sinds mei 2019 moet voor iedere activiteit die stikstofdepositie zou kunnen veroorzaken op een voor stikstof gevoelig Natura2000-gebied, vergunning worden verleend c.q. aangevraagd.

Spoedwet Stikstof
Per 11 oktober 2019 hebben de gezamenlijke provincies (bevoegd gezag voor het verlenen van Wnb-vergunningen) nieuwe beleidsregels voor het verlenen van vergunningen bekendgemaakt. Die moeten leiden tot afnemende stikstofuitstoot door intern en extern salderen.
Vervolgens is per december 2019 een Spoedwet Stikstof in werking getreden. Daarmee werd door Het Rijk (onder meer door verlaging van de maximumsnelheid van 130 naar 100 km/uur) ruimte gemaakt voor het vergunnen van grote bouwprojecten en aanleg van wegen c.q. voor projecten van nationaal belang.
Daarnaast is met de Spoedwet vastgelegd dat activiteiten die aantoonbaar geen significante negatieve effecten hebben op voor stikstof gevoelige aangewezen N2000-gebieden, geen vergunning nodig hebben (onder de 0,0049 mol stikstof/ha/jaar). Er blijven echter nog heel veel activiteiten over die nog steeds een vergunning nodig hebben.

Meer informatie over PAS

Met de PAS kon aantoonbaar worden gemaakt dat er geen sprake is van significante effecten op voor stikstof gevoelige natuur als gevolg van een activiteit. De PAS is sindsdien echter niet meer bruikbaar. Alleen definitief geldende Nb/Wnb-vergunningen zijn nu rechtsgeldig.

Wat hield de PAS in?
Onder de PAS was een melding of vergunning nodig voor het uitstoten van stikstof middels een stookinstallatie. Onder de 0,05 mol/kg/ jaar depositie op een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied, was geen actie nodig, maar moet wel met een berekening kunnen worden aangetoond dat het bedrijf minder dan deze drempelwaarde uitstoot. Tussen 0,05 en 1 mol moest een melding worden gedaan en boven de 1 mol stikstofdepositie kg/per jaar was een vergunning nodig. De hoogste uitstoot tussen 2012 en 2014 was het uitgangspunt. Dit ‘bestaand gebruik’ moest door het bedrijf wel zelf worden vastgelegd. Waren er in of na de periode 2012-2014 verhogingen in uitstoot van de stookinstallatie (bijvoorbeeld door bedrijfsvergroting of overgang naar houtstook) geweest, dan was een toetsing nodig en zou het verstandig zijn geweest snel in actie te komen en een vergunning aan te vragen.

Nieuws

Glastuinbouw Nederland - © 2024