Waterkwaliteit

Nagenoeg emissieloze glastuinbouw

De glastuinbouw heeft als doel om te komen tot een (nagenoeg) emissieloze glastuinbouw in 2027 voor zowel meststoffen als gewasbeschermingsmiddelen, zodat het negatieve effect op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater tot een minimum beperkt blijft.

Emissie- & gebruiksnormen

In het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn emissienormen voor substraatteelten en gebruiksnormen voor grondgebonden teelten opgenomen. Voor de emissienormen is stikstof als uitgangspunt genomen op basis van de aanname dat als de emissie van stikstof daalt door meer hergebruik van drainwater, de emissie van de overige meststoffen in dezelfde mate afneemt. Omdat bij grondgebonden teelten het bedrijfseigen drainagewater vaak niet te scheiden is van bedrijfsvreemd water (kwel/inzijging) gelden er gebruiksnormen voor deze teelten. Daarnaast is iedere tuinder verplicht een UO-registratie bij te houden en jaarlijks te rapporteren.

Waterstromen

Om een tot een (nagenoege) emissieloze glastuinbouw te komen is het van belang om inzicht te hebben in de waterstromen op het bedrijf.

Gebiedsgerichte aanpak

Voor de gebiedsgerichte aanpak werkt Glastuinbouw Nederland samen met diverse waterschappen. Doel is de kwaliteit van oppervlaktewater in glastuinbouwgebieden te verbeteren door het terugdringen van lozingen die nutriënten en eventueel restanten van gewasbeschermingsmiddelen bevatten. Dit is nodig om te voldoen aan de ambities van de tweede nota duurzame gewasbescherming in 2023 en de Kader Richtlijn Water 2027. Naast het voldoen aan de wettelijke kaders is er een extra noodzaak omdat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen wordt gekoppeld aan het terugdringen van de aanwezigheid hiervan in het oppervlaktewater en een goede waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden is positief voor het imago van de sector.

Er worden in diverse tuinbouwgebieden metingen in het oppervlaktewater verricht van met name nitraat en EC, aangevuld met bepaling van de concentratie van de werkzame stof (van gewasbeschermingsmiddelen). Door lokaal samen met ondernemers op te trekken en intensief met hen de voortgang te bespreken wordt gewerkt aan een breed draagvlak en een blijvende verbetering van de waterkwaliteit.

Monitoring waterkwaliteit

Om de waterkwaliteit te controleren nemen waterschappen regelmatig watermonsters om met name nitraat en EC te meten. Deze waarden geven een goede indicatie of er sprake is van een lozing op het oppervlaktewater. Naast meetpunten voor het landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen worden extra monsters genomen voor de gebiedsgerichte aanpak. Jaarlijks verschijnt de bestrijdingsmiddelenatlas met een rapportage van het landelijk meetnet. Een aantal waterschappen publiceert ook zelf de meetresultaten.

Naast nitraat en EC worden circa 200 stoffen gemeten. Het gaat daarbij om data van veel meetpunten; dat maakt het lastig om de meetwaarden goed te interpreteren. Een juiste interpretatie is afhankelijk van verschillende factoren. De trend geeft een de beste indruk. Vaak worden wel dezelfde werkzame stoffen normoverschrijdend in het oppervlaktewater teruggevonden.

Nieuws

Glastuinbouw Nederland - © 2024