Tijdens het weekend van Kom in de Kas staat het glastuinbouwgebied in het Drenthse Erica in het teken van techniek, innovatie en biodiversiteit. Zo is het GMEC van het Zone.college aanwezig. Dit zogeheten Green Mobile Education Centre is een rijdend leslokaal achter op een grote truck. Daarin kun je zien hoe onderwijs, overheid en ondernemers samen werken aan de tuinbouw van de toekomst. Tijdens het kinderevenement ‘Kastje, plantje, beestje’ leren kinderen, maar ook hun ouders, alles over biodiversiteit in en om de kas.

“Maar er is meer”, zegt Inge de Vries van Drenthe Growers. “Als ze dat willen, kunnen bezoekers op zaterdag 6 april van 10.45 tot 11.45 uur in gesprek gaan met Karsten de Vreugd en Joris Lohman. Zij zijn van ‘Stop the Food Fight’. Misschien ken je ze wel van de podcast ‘Eten is weten’ of van de documentaire ‘Paved Paradise’. Mensen kunnen met hen, met ons als telers of met elkaar de dialoog aangaan over het voedselsysteem van de toekomst.”

Media
Het is goed om het gesprek met elkaar aan te gaan over onze voedselproductie, vindt Inge. “Of we het als telers nu willen of niet, het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen is in discussie. Het aantal middelen dat telers nog mogen gebruiken in de komkommerteelt, wordt minder de komende jaren.” Ook met de uitdagingen rondom arbeid en de huisvesting van arbeidsmigranten, energie en water zetten telers, volgens Inge, stappen om de impact op hun omgeving zo klein mogelijk te maken. “Onwetendheid zorgt voor polarisatie, maar het is ook goed om jezelf als teler een spiegel voor te houden en niet de ogen te sluiten voor de kritische omgeving. Daarbij zit de glastuinbouw in een transitie. En dat die transitie niet morgen voltooid is, is het verhaal dat we aan onze omgeving moeten blijven vertellen.”

Geen discussie, maar dialoog
Als we praten over hoe we ons voedsel het beste kunnen produceren, moeten we er volgens Inge voor waken dat zo’n gesprek eindigt in een welles-nietes discussie. “Want misschien is er in Nederland wel ruimte voor alles: voor biologische landbouw dicht bij de natuur en voor meer intensieve landbouw op plekken waar daarvoor ruimte is. Want met alleen biologische landbouw heb je erg veel  land nodig. Dat land kun je beter gebruiken voor het vergroten van de biodiversiteit, dus voor meer natuur. Onze kassen zijn daar een goed voorbeeld van, waarbij het ons lukt om met steeds minder gewasbeschermingsmiddelen, water, energie en kunstmest hogere producties te halen. Dat is ook heel erg duurzaam.”

Uitdagingen
Moeilijke vragen moeten in die dialoog niet uit de weg worden gegaan, vindt Inge. “Het gaat bijvoorbeeld over natuurinclusief telen: hoe doe je dat?” Tegen die vraag lopen we als Drenthe Growers ook zelf aan. “Ons bedrijf zit vlakbij de natuur, tien kilometer van ons vandaan ligt een laagveengebied dat een beschermde status heeft. En er is ook nog veel toerisme in onze omgeving. Hoe ga je daar als komkommerbedrijf mee om?”

Drenthe Growers zoekt het antwoord op die vragen onder andere in de invulling van het begrip ‘noaberschap’. “We bieden het dorp werkgelegenheid: direct door mensen aan te nemen, maar ook indirect door de samenwerking met lokale uitzendbureaus en aannemers/loonwerkers uit de omgeving. Zo is de glastuinbouw ook de grootste klant van de bouwmarkt in het dorp. En worden ook bedrijfslunches en de catering voor feestje met lokale bedrijven gedaan. We sponsoren de voetbalclub, het zwembad en het dierenpark. Daarnaast lukt het ons om naast het overbrengen van ons verhaal tijdens evenementen als Kom in de Kas en Kunst in de Kas, ook om gratis evenementen te organiseren voor de mensen in de regio. Zo proberen we als tuinders ons steentje bij te dragen aan een brede welvaart.”