Ralstonia solanacearum (Rsol).

Beschrijving

In 2015 is een variant van deze ziekteverwekker gevonden in kasrozen bij zowel opkweekbedrijven als telers. Roos was tot deze besmetting niet bekend als waardplant van Rsol. De schade hiervan liep in de miljoenen door de verplichte en noodzakelijke vernietiging van plantmateriaal en bijpassende quarantaine- en hygiënemaatregelen.

Bij het traceren, toetsen op aanwezigheid en het instellen van maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen, bleek veel essentiële informatie over de ziekteverwekker in kasrozen niet voorhanden. Om deze reden hebben overheid, sectoren en kennisinstellingen samengewerkt om te komen tot een PPS onderzoeksvoorstel, dat gefinancierd wordt door het bedrijfsleven en de overheid via de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal.

Binnen deze PPS wordt innovatieve kennis ontwikkeld op drie vlakken: toetsmethodiek, epidemiologie van Rsol in roos en andere gewassen en preventie. De nu gebruikte toets beslaat meerdere stappen waaronder een tijdrovende biotoets voor het aantonen van pathogeniteit. In het onderzoek wordt gewerkt aan een laboratoriumtoets voor Rsol die snel, betrouwbaar, gevoelig en goedkoop is en een toets die bovendien direct pathogeniteit kan aantonen. Over de epidemiologie van Rsol in aardappel is al veel kennis beschikbaar. Echter, over de variant die roos kan aantasten is weinig bekend. Om het risico op introductie en verspreiding van Rsol in gewassen, die van belang zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouw, beter in te kunnen schatten wordt deze voor een aantal gewassen in kaart gebracht. Ook worden de infectieroutes, infectieprocessen en overlevingsstrategieën van Rsol in roos nader onderzocht.

Met behulp van de resultaten kan de preventiestrategie geoptimaliseerd worden. Hierdoor wordt de kans op nieuwe infecties geminimaliseerd. Daarnaast wordt binnen het project onderzoek verricht naar weerstandsverhoging van de plant. Binnen het project werken LTO Glaskracht Nederland, diverse gewascoöperaties, Plantum, Naktuinbouw, NAK, NVWA, Wageningen University & Research, Business Unit Biointeracties & Plantgezondheid, Universiteit Utrecht en Stichting Control in Food & Flowers nauw samen.

Resultaten

Ralstonia solanacearum is een quarantaine bacterie die verwelkingsziekten kan veroorzaken in een breed scala aan economisch belangrijke gewassen. In 2015 bleek dat kasrozen een nieuwe waardplant zijn voor Ras 1 (Ralstonia pseudosolanacearum). Binnen dit project is aan verschillende onderwerpen gewerkt: diagnostiek, epidemiologie, preventie en weerbaarheid in samenwerking met diverse kennis- en ketenpartijen. Van 120 isolaten van Ralstonia solanacearum is de genoom sequentie geanalyseerd. Het rozenisolaat (PD7123) is het meest (99.67%) verwant aan een isolaat van Aubergine uit India (Rs-09-161). Er is een gedegen analyse van alle beschreven TaqMan assay detectietoetsen uitgevoerd om te komen tot een betrouwbare toetsmethodiek. Helaas is er geen goed alternatief gevonden voor de pathogeniteitsassay. Er is een protocol ontwikkeld om lage dichtheden Ralstonia pseudosolanacearum in drainwater uit de praktijk te detecteren. In drainwater kan de bacterie lang overleven (langer dan 6 maanden). Bij vriestemperaturen en met name ook temperaturen van een paar graden boven het vriespunt, vindt een snelle afname van Ralstonia plaats. Bij afwisselende temperaturen in de vorm van vriezen en dooien, werd Ralstonia zelfs binnen enkele dagen afgedood. Deze fluctuerende omstandigheden zijn typerend voor een gematigd klimaat zoals in Nederland. Het is daarom onwaarschijnlijk dat Ralstonia pseudosolanacearum in staat is om te overwinteren buiten de kas.

Cultivars van snijrozen verschillen in gevoeligheid voor Ralstonia pseudosolanacearum. Bij lage temperaturen (20°C) verlopen infecties veelal zonder zichtbare symptomen, maar de bacterie kan zich wel verspreiden naar de takken. Bij hoge temperaturen (28°C) vindt er, na stengelinoculatie systemische verspreiding in de plant plaats. Daarbij is er ook verspreiding naar het afvoerwater in de steenwolmat mogelijk en kunnen planten vanuit geïnoculeerd steenwol besmet raken. Er zijn diverse potentiële waardplanten getest op gevoeligheid voor Ralstonia: Curcuma, Kalanchoe, Pelargonium, Anthurium, tomaat en diverse soorten Gerbera. Bij gerbera is in één cultivar vermeerdering van Ralstonia aangetoond en vond groeivertraging plaats. In de andere gewassen zijn typische Ralstonia symptomen waargenomen, vaak beginnend met verwelking of vergeling van de plant, en uiteindelijk in veel gevallen resulterend in afsterving van de plant. Echter kan in een aantal gevallen de bacterie latent aanwezig zijn in planten. Hyperclean X en Menno Florades zijn, wanneer toegepast volgens gebruiksvoorschrift, effectieve middelen voor het ontsmetten van mesjes die besmet zijn met Ralstonia. Risicoanalyses zijn uitgevoerd om ‘critical control points’ te definiëren. Maatregelen om infectie te voorkomen zijn met name gericht op binnenkomend plantmateriaal en hygiënemaatregelen tijdens de teelt. Een goed ontworpen mengsel van bacteriën kan R. solanacearum onderdrukken en kan een veelbelovende methode worden om de weerstand tegen Ralstonia-infectie te verhogen. Deze toepassing is echter niet mogelijk zolang het een Q-organisme betreft.

Projectnummer
Looptijd 01-01-17   -   31-12-19
Afgerond Ja
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw
Document

Onderzoek en projecten

Jaarrond biologische bestrijding

Lopend

Plaagbestrijding met natuurlijke vijanden gaat in veel gewassen vaak relatief moeizaam in de herfst- en wintermaanden. Zo gaat de activiteit van…

Milieu indicator Gewasbescherming

Lopend

Het maatschappelijk debat over gewasbeschermingsmiddelengebruik wordt op vele fronten gevoerd. Dit leidt ertoe dat telers op diverse manieren druk…

Glastuinbouw Nederland - © 2024