’2024 wordt spannend, maar we hebben vertrouwen in de kracht van de sector’

Nederland heeft een nieuwe Tweede Kamer. Nu nog een nieuw kabinet. Maar wat gaat dat betekenen voor de energietransitie en de beschikbaarheid van arbeidsmigranten? En ook de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni kunnen grote invloed hebben op belangrijke thema’s, zoals gewasbescherming, water en energie. Daarmee lijkt 2024 spannend te worden, verwachten voorzitter Adri Bom-Lemstra en directeur Ruud Paauwe van Glastuinbouw Nederland. “Toch hebben wij het volste vertrouwen in de kracht van de glastuinbouw. We willen als sector graag samenwerken met de politiek en maatschappelijke organisaties om de uitdagingen aan te gaan. En dat kunnen wij!.”

Wat verwacht Glastuinbouw Nederland van 2024?
Bom-Lemstra: “Het zal een bijzonder jaar worden. Wat gaan de gesprekken tussen PVV, NSC, BBB en VVD opleveren? Wat wordt de uitslag van de Europese verkiezingen in juni? Beide zijn van invloed op de randvoorwaarden waarbinnen de glastuinbouw kan opereren. Toch heb ik het volste vertrouwen in de kracht van de sector. In de tweeënhalf jaar dat ik voorzitter ben van Glastuinbouw Nederland, heb ik gemerkt dat de glastuinbouw sterk en innovatief is. Telers kunnen bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, vergroening van de gewasbescherming en verbetering van de waterkwaliteit. Ze willen daarbij graag samenwerken met overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en andere brancheverenigingen. Daarom ben ik blij dat we eind vorig jaar met andere brancheorganisaties de handen ineen hebben geslagen om richting politiek en beleidsbeslissers samen op te gaan trekken. Dat is een grote stap vooruit!”

Wat zou een kabinet met PVV, NSC, BBB en VVD betekenen voor de verduurzaming van de glastuinbouw?
Bom-Lemstra: “Zo’n kabinet zal, verwacht ik, doorgaan met de energietransitie. De vraag is met hoeveel financiële middelen en met welke randvoorwaarden men zal komen. Vooral de PVV staat immers kritisch tegenover klimaatbeleid. Wij als sector gaan echter gewoon door op de ingeslagen weg van de energietransitie omdat we in 2040 klimaatneutraal willen zijn.”

Een nieuw kabinet kan de instroom van arbeidsmigranten beperken ...
Bom-Lemstra: “Een aantal partijen heeft daar in de aanloop naar de verkiezingen inderdaad straffe uitspraken over gedaan. We moeten echter niet vergeten dat Nederland voor nog meer uitdagingen staat. Denk aan: energietransitie, leefbare en groene steden, gezonde en vitale inwoners, klimaatadaptatie en economische groei. Onze arbeidsmigranten zijn juist werkzaam in een sector die bijdraagt aan deze uitdagingen. Dus pas op met beperkingen. Sowieso is vrij verkeer van werknemers binnen de EU gewoon gereguleerd. Daar kan Nederland niet zomaar aan tornen. Ten tweede werken we als glastuinbouw volop aan automatisering en robotisering van werkzaamheden. Dat is echter niet een-twee-drie gedaan. Daarom blijven er arbeidsmigranten nodig de komende jaren. Ten derde zit het probleem niet zozeer in de arbeidsmigranten, maar in hun huisvesting. Ook daar heeft de glastuinbouw oplossingen voor. Blijft over de vraag of er arbeidsmigranten van buiten de EU mogen komen. In Duitsland, Spanje en Portugal is dat bijvoorbeeld mogelijk. Maar Europees beleid ontbreekt. We moeten de politiek in Den Haag en Brussel dus goed uitleggen waarom arbeidsmigranten zo belangrijk zijn voor ons.”

Waar liggen rond het thema energie de uitdagingen voor 2024?
Paauwe: “Het gaat steeds spannender worden of glastuinbouwgebieden, maar ook individuele bedrijven, de energietransitie kunnen gaan waarmaken. Gebieden waarin dat mogelijk is, gaan een steeds belangrijkere rol spelen. Het wel of niet gebruiken van duurzame energie zal namelijk invloed gaan hebben op de financierbaarheid van bedrijven. Met andere woorden: banken gaan kijken of bedrijven de energietransitie aan kunnen. De uitdaging is om in glastuinbouwgebieden de mogelijkheden voor energietransitie aan elkaar te gaan knopen. Die koppeling tussen ruimtelijke ordening en de energietransitie gaat in 2024 heel belangrijk worden. Welke gebieden zijn geschikt om de energietransitie te kunnen uitvoeren? We zien gelukkig steeds meer initiatieven in gebieden ontstaan om dit als telers samen te onderzoeken. Het aantal warmtecoöperaties groeit enorm. Onze gebiedsaanpak werpt dus zijn vruchten af.”

Vraagt de aandacht voor die gebiedsaanpak een andere werkwijze van Glastuinbouw Nederland?
Paauwe: “Ja, in de regio’s is Glastuinbouw Nederland daardoor steeds vaker betrokken bij het uitvoeren van landelijk beleid met specifieke aandacht voor de regionale omstandigheden. De rol en werkzaamheden van onze regiocoördinatoren veranderen daarmee, die worden daarop aangepast.”

Moet er ook voor de glastuinbouw snel nieuw stikstofbeleid komen?
Bom-Lemstra: “Ja, want zolang het stikstofbeleid van de overheid nog niet op orde is, houdt dat bijvoorbeeld de bouw van nieuwe huisvesting voor arbeidsmigranten tegen. Ook zijn soms natuurvergunningen nodig om verder te kunnen met duurzame-energieprojecten. Vanuit het Rijk moet er ook geld voor de provincies komen om hun stikstofplannen te kunnen uitvoeren. Maar vermoedelijk zal een nieuw kabinet juist fors gaan snijden in het budget voor klimaat en stikstof.”

Welke andere thema’s zijn spannend in 2024?
Paauwe: “Water is het nieuwe stikstofdossier. Er ligt een uitdaging voor de glastuinbouw als het gaat om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater. De meetresultaten in sommige glastuinbouwgebieden zijn niet goed. Ook zal nagedacht moeten worden in welke gebieden nog geteeld kan worden met het oog op klimaatverandering en het risico op overstromingen. Dit zijn belangrijke ontwikkelen. We hebben ons team Water & Omgeving daarom niet voor niets uitgebreid met 1 fte.”

Wat verandert er nog meer op het vlak van belangenbehartiging?
Paauwe: “Als Glastuinbouw Nederland werken we steeds intensiever samen met grote telersverenigingen en met samenwerkingsverbanden van telers. Denk bijvoorbeeld aan Federatie Vruchtegroente Organisaties en de Versnellersgroep Producenten Sierteelt. Het speelveld is duidelijk aan het veranderen.”

Welke rol spelen jonge ondernemers in de belangenbehartiging?
Paauwe: “We hebben geholpen Tuinbouwjongeren Nederland op te richten, een club die vorig jaar twee events heeft georganiseerd. Ook is voorzitter Rick van Schie van Tuinbouwjongeren Nederland lid geworden van het bestuur van Glastuinbouw Nederland omdat we vinden dat jongeren een belangrijke afspiegeling zijn van de toekomstgerichtheid van onze vereniging. Zij komen vaak met verfrissende ideeën en kijken met een andere blik tegen zaken aan. Ook in 2024 willen we zo van elkaar blijven leren.”

Hoe belangrijk is de lobby van Glastuinbouw Nederland in Brussel?
Paauwe: “Heel belangrijk. Lobbyen in Europa is een zaak van lange adem. Maar dankzij de inspanningen van onze lobbyist Jesse Schevel en van onze voorzitter Adri Bom-Lemstra zijn we erin geslaagd steeds meer bekendheid te krijgen bij de politiek in Brussel. Ook merken we dat onze mening in het internationale circuit steeds vaker op prijs wordt gesteld. Ministeries vragen ons bijvoorbeeld om mee te gaan op handelsmissies.”

Wat betekenen de Europese verkiezingen in juni voor de glastuinbouw?
Bom-Lemstra: “Er komt steeds meer beleid uit Brussel dat de glastuinbouw raakt. Ook wordt het EU-beleid steeds groener. Waar de EU in het verleden vooral bekend stond om zijn landbouwbeleid en waar een Europese land- en tuinbouworganisatie als COPA-Cogeca in de agrarische lobby heel sterk was, zie je nu dat het milieu- en energiebeleid in de EU de boventoon is gaan voeren. Hoewel de EU na de verkiezingen een ruk naar rechts zou kunnen maken, vraag ik me af of de agrarische invloed in de EU ooit nog zo groot zal worden als die was.”

Kunnen we specifiek Europees beleid voor de glastuinbouw verwachten?
Bom-Lemstra: “Dat is er nu in elk geval niet omdat de glastuinbouw relatief onbekend is bij Europese politici. Daarom zijn we bezig in Brussel het verhaal te vertellen over wat onze sector de maatschappij te bieden heeft. We leggen uit dat, als er door klimaatverandering beperktere ruimte is voor open teelten, glastuinbouw – oftewel: ‘controlled environment agriculture’ zoals we het in Brussel noemen – dan een goed alternatief is. De glastuinbouw kent immers gesloten en gecontroleerde teelten. Er moeten dan wel uitzonderingen voor de sector komen op het gebied van bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelengebruik en afstand tot watergangen, zodat de sector niet automatisch hetzelfde wordt behandeld als de open teelten.”

Vorig jaar is het voorstel voor de EU-Natuurherstelwet flink afgezwakt. Het voorstel voor de EU-verordening Duurzame Gewasbescherming (SUR) werd verworpen. Beide zouden ernstige beperkingen voor de glastuinbouw hebben opgeleverd. Kunnen telers opgelucht ademhalen?
Bom-Lemstra: “Natuurlijk zijn we blij dat Brussel heeft geluisterd naar onze signalen en geschrokken is van de conclusies uit ons impact assessment. Maar als er niet snel meer groene biologische gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten, hebben we nog steeds een probleem. De wegval van middelen gaat immers gewoon door. We moeten daarom keihard blijven werken aan vergroening en verbetering van ons IPM-systeem, al weten we in sommige gevallen nog niet precies op welke oplossingen we kunnen rekenen. Mogelijke oplossingen – bijvoorbeeld groene middelen en nieuwe veredelingstechnieken zoals Crisper-CAS − zullen het niet vanzelfsprekend halen in de politiek.”

Het verhaal van de glastuinbouw moet dus vaker verteld worden?
Bom-Lemstra: “Inderdaad. Daarom starten we in 2024 met een driejarige communicatie- en reputatiecampagne. Het nieuwe en mooie daaraan is dat we dat samen doen met: Greenports Nederland, Royal FloraHolland, de Versnellersgroep Producenten Sierteelt, Bloemenbureau Holland, GroentenFruit Huis, Federatie Vruchtgroente Organisaties en Plantum. Vandaaruit gaan we planmatig aan de beeldvorming van onze sector werken. Waar kunnen we als sector dingen nog beter aanpakken als het gaat om arbeid, energie, plantgezondheid en water & omgeving? Want als onze reputatie op orde is, kunnen we ons gezamenljike verhaal beter over de bühne brengen bij beleidsbeslissers, politici, ministeries en Kamerleden. Intussen kunnen telers zelf hun eigen verhaal vertellen over gezondheid en geluk. Een verhaal dat bijvoorbeeld gaat over gezonde voeding, klimaatadaptatie en vergroening van de woon-, werk- en leefomgeving. Ze kunnen daarbij onze toolkit Gezondheid & Geluk gebruiken.”

 

Quincy von Bannisseht

Glastuinbouw Nederland - © 2024