Eerste resultaten pilot eDNA-bemonstering
In juni zijn we in Erica en Klazienaveen gestart met eDNA onderzoek in oppervlaktewater. We onderzoeken of in lozingen uit glastuinbouwgebieden een verhoogd eDNA van bepaalde gewassen wordt aangetroffen. Deze methode kan een handvat zijn om lozingen te lokaliseren, oorzaken vast te stellen en de lozing samen te stoppen. De pilot bestaat uit twee fases en fase 1 is inmiddels afgerond.
Bij de in- en uitstroom meetpunten in de glastuinbouwgebieden zijn diverse monsters genomen. Deze zijn geanalyseerd op eDNA en de eerste resultaten zijn bekend.
Klazienaveen
In de monsters van Klazienaveen is in de uitstroom (ten opzichte van de instroom) meer eDNA vastgesteld van onder andere Chrysanten, Philodendron, Sneeuwbes, Hortensia, Tomaat en Paprika. Waarbij het DNA van tomaten er behoorlijk uitspringt. Deze resultaten zijn opmerkelijk, omdat eventuele lozingen in Klazienaveen voornamelijk op het riool plaatsvinden en niet op oppervlaktewater.
Erica
In Erica zijn tot nu toe helaas geen betrouwbare resultaten verkregen, omdat de verwerking van de monsters door de aanwezigheid van veel zwevende stof niet optimaal was. Daarom wordt de aanpak van fase 1 in Erica nog twee keer uitgevoerd. We nemen dan monsters bij de in- en uitstroom en waarschijnlijk ook in het gebied. De periode van monstername sluit aan op de reguliere bemonstering van nutriënten en de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen.
Vervolg
In Klazienaveen wordt bij de reguliere bemonstering voor stikstof en fosfaat eenmalig een eDNA monster genomen, zodat er gerichter gezocht kan worden waar mogelijke overschrijdingen vandaan kunnen komen. Daarnaast gaan we eDNA ook inzetten voor opsporing van onbekende lozingen bij verhoogde EgV-waardes/stikstof en fosfaat.