Effecten daglengte, lichtspectrum, lichtintensiteit en temperatuur op productie en ontwikkeling gerbera getoetst
De proeven zijn uitgevoerd in klimaatcellen van Plant Lighting, waarin het daglicht van een kas wordt gesimuleerd en op verschillende manieren kan worden bijbelicht. De hoofdrassen waren Kimsey en Rich.
Proefronde 1
In de eerste proefronde is onderzocht of gerbera fotoperiodisch kan worden misleid met belichting na zonsondergang met LED Rood, Rood/Blauw of Rood/Blauw/Verrood (daglengte 17.5 uur). Waarbij de hypothese was dat verrood en mogelijk ook blauw de bloei-inductie verstoren en alleen rood niet. De controlehandelingen waren een korte (11.5 uur) en lange dag (17.5 uur). Tijdens deze proefronde werd geen verschil in bloemtakproductie gevonden tussen de verschillende manieren waarop lange-dag was gerealiseerd. Daarnaast bleek dat onder lange-dag een gelijk of zelfs hoger aantal bloemtakken geproduceerd werd als onder kortedag. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de lichtintensiteit gelijk was tussen korte en lange-dag, waardoor de lichtsom onder lange-dag hoger was.
Proefronde 2
In de tweede proefronde is basale kennis opgedaan over het effect van daglengte, lichtsom en temperatuur. Om de effecten van daglengte en lichtsom op bloemtakproductie te onderscheiden is een proef opgezet met een korte- en lange-dag (11.5 en 17.5 uur) bij een lage en hoge lichtsom (7 en 12 mol/m2/dag). Kimsey produceerde bij een gelijke lichtsom meer bloemtakken onder korte-dag. Een hogere lichtsom zorgde bij gelijke daglengte ook voor meer bloemtakproductie. Als er meer uren belicht wordt met dezelfde intensiteit, dan wordt de lichtsom hoger. Daardoor leverde een lange-dag met een hoge lichtsom meer productie op dan een korte-dag met een lage lichtsom. Kortom, als een teler over gaat van 12 uur belichten naar 18 uur belichten, dan levert dit meer productie op, maar is de lichtbenuttingsefficiëntie in stuks per mol licht wel lager.
In tegenstelling tot Kimsey was er bij Rich geen effect van daglengte op bloemtakproductie. Een hogere lichtsom verhoogde de bloemtakproductie ongeacht de daglengte. Uitgebreide detailmetingen aan de plantopbouw gaven inzicht in de achterliggende mechanismen. Hieruit bleek dat ook Rich botanisch gezien wel degelijk als een korte-dag plant reageert. Echter, onder lange-dag werd er bij Rich meer geïnvesteerd in de bladeren. De bladeren worden langer en het bladoppervlak is groter. Dit levert een grotere lichtonderschepping op. Waarschijnlijk is dit de reden dat er geen effect van daglengte op bloemtakproductie was bij Rich. De lichtsom verhogen door een langere daglengte aan te houden kan voor Rich in een wintersituatie dus meer productie opleveren met behoud van een goede lichtbenuttingsefficiëntie. Vooral als de mate van lichtonderschepping door het gewas niet volledig is. Een ander inzicht uit de detailmetingen is dat er onder lange-dag vegetatieve scheuten gevormd worden. Dit zijn scheuten die geen bloemen vormen. Dit lijkt een belangrijke factor te zijn in het verschil in bloemtakproductie tussen korte- en lange-dag.
Er is een aanwijzing gevonden dat de snelheid waarmee voortzettingen elkaar opvolgen bij Kimsey en Suri hoger is onder korte-dag. Het aantal scheuten is een andere belangrijke factor voor bloemtakproductie. Bij een hogere lichtsom worden meer scheuten gevormd, wat resulteert in meer bloemtakken. Het effect van een hogere temperatuur (23°C vs. 20°C etmaal) is getoetst bij korte- en lange dag (12 mol/m2/dag). De temperatuurverhoging gaf een ±4 dagen snellere uitgroeiduur, maar niet meer bloemtakken en een lager takgewicht. Dus 20°C is gunstiger.
Proefronde 3
In de derde proefronde is nogmaals onderzocht of fotoperiodische misleiding mogelijk is met belichting na zonsondergang met LED Rood en Rood/Blauw (17.5 uur daglengte). Als controle was er een korte- en lange-dag behandeling (11.5 en 17.5 uur daglengte). Ditmaal hadden alle behandelingen een gelijke lichtsom (12 mol/m2/dag). Bij Kimsey werden er meer bloemtakken gevormd bij de lange-dag nabelichting dan de controle lange-dag. Dit zou betekenen dat er sprake is van fotoperiodische misleiding. Echter, het aantal scheuten was hoger onder langedag nabelichting dan bij de korte- en lange-dag controle. Dit kan de hogere productie ook verklaren. Daarnaast zijn er ook vegetatieve scheuten gevonden bij de behandelingen met nabelichting. Deze twee bevindingen pleiten tegen fotoperiodische misleiding.
Samenvattend is er geen overtuigend bewijs gevonden dat fotoperiodische misleiding mogelijk is om de bloei van gerbera bij lange-dag te laten reageren zoals bij korte-dag.
Proefronde 4
In proefronde 4 is bepaald wat het effect is van daglengte bij een hogere lichtsom zoals in het voorjaar. In proefronde 2 reageerde de bloemtakproductie van Rich niet op daglengte. Mogelijk is bij een hogere lichtsom zoals het voorjaar lichtsom minder beperkend voor productie. Hierdoor zou er bij een hogere lichtsom eerder een daglengte-effect kunnen optreden. Bij een hogere lichtsom (20 mol/m2/dag daglichtspectrum) is inderdaad een klein effect gevonden van daglengte bij Rich. Er werden iets meer bloemen geproduceerd bij langedag. Bij Kimsey was het daglengte-effect groter. Concluderend kan gesteld worden dat gerbera inderdaad een kwantitatieve korte-dag plant is. Bij Kimsey wordt de lichtbenuttingsefficiëntie voor bloemtakproductie lager bij lange-dag, bij Rich speelt dat veel minder doordat lange-dag lichtonderschepping stimuleert. Het is niet bewezen dat fotoperiodische misleiding van de bloei met een ander lichtspectrum werkt. Onder full-LED kan goed gerbera geteeld worden zonder bijzonder spectrale eisen. Lichtsom is sterk bepalend voor productie, temperatuur niet (20 vs. 23°C in een wintersituatie). Dit biedt kansen voor energiebesparing.
(Tekst: Marius Bongers, Stefan van den Boogaart, Sander Hogewoning, Plant Lighting)
Het onderzoek is mede gefinancierd door Stichting Kennis in je Kas, de gewascoöperatie Gerbera en Signify.