Gewasbeschermingsmotie mist cruciale randvoorwaarden voor ondernemer

Deze week stemde de Tweede Kamer in met een motie van de Partij voor de Dieren. In de ontraden motie bepleit het Kamerlid Leonie Vestering voor een plan met tussendoelen voor uitfasering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hoewel LTO en Glastuinbouw Nederland het onderliggende doel van bij-vriendelijke land- en tuinbouw ondersteunen, gaat de motie met de uitfasering van gewasbeschermingsmiddelen in 2035 voorbij aan de realiteit. Minister Schouten wees daarbij terecht op de vorig jaar aangenomen Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 en het daarbij opgestelde uitvoeringsprogramma. In feite ligt het plan er daarmee al. Maar zonder het voldoen aan de eerder aangekaarte randvoorwaarden is het zinloos doelen te stellen. Tijdens een debat in de Tweede Kamer op donderdag 7 oktober zei de minister de motie niet te willen uitvoeren.

Inzet op randvoorwaarden
De motie gaat voorbij aan wat er al gebeurt. Want er liggen al lang plannen die mét de sector zijn gemaakt en die momenteel worden uitgevoerd via  het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Daarom is voorafgaand aan de stemming tevergeefs gewezen op de onmogelijkheid en onnodigheid van deze motie. Om de afgesproken plannen te laten slagen vraagt LTO meer aandacht voor de hierin opgenomen randvoorwaarden: de aanpak van korte-termijn knelpunten, economisch perspectief voor telers en een langjarig commitment vanuit de overheid. Zonder het voldoen aan deze randvoorwaarden heeft het stellen van doelen geen zin. Met de aangenomen motie moet de Tweede Kamer dan ook boter bij de vis doen en zich óók inzetten voor deze randvoorwaarden.

Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming
Boeren en tuinders zetten zich dagelijks in om een gezond en rendabel gewas te telen. Dat wordt door een afnemend middelenpakket en toename van milieu- en markteisen steeds moeilijker, terwijl alternatieven uitblijven en extra kosten niet worden terugverdiend in de markt. Om uit deze spagaat te komen is een transitie nodig. Partijen uit bedrijfsleven, overheid en maatschappij zetten daarom met het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 in op weerbare gewassen en teeltsystemen, verbinding van land- en tuinbouw en natuur, en nagenoeg geen emissies en residuen op voedselgewassen. LTO ondersteunt het programma en committeert zich aan de uitvoering ervan.
In een reactie stelt Adri Bom-Lemstra, voorzitter van Glastuinbouw Nederland, dat de glastuinbouwsector reeds grote stappen heeft gemaakt door de inzet van biologische bestrijders en het hergebruiken van water. “Telers moeten vandaag en in de toekomst een gezond gewas kunnen telen, daarvoor zijn alternatieven nodig. De duurzaamheidsstappen moeten ook worden beloond en telers verwachten een gelijk speelveld in de markt.”

Perspectief voor ondernemer
Boeren en tuinders willen de teelt van gewassen graag verder verduurzamen en zo bijdragen aan een gezonde leefomgeving. Van belang is daarbij wel dat zij ook op de korte termijn handelingsperspectief houden en dat de transitie naar duurzame teeltsystemen niet ten koste gaat van het economisch perspectief van ondernemers. Uitfasering van gewasbeschermingsmiddelen in 2035 miskent die randvoorwaarden en zet het voortbestaan van veel Nederlandse teelten op het spel. Eén lichtpuntje: de motie stelt ook dat boeren en tuinders geholpen moeten worden bij omschakeling. LTO roept de politiek op om zich hiervoor in te zetten, bijvoorbeeld door beschikbaarheid van alternatieven en verwaarding van inspanningen in de markt te stimuleren. Daar worden de bij en ondernemer pas écht blij van.

In het Kamerdebat van 7 oktober bleek dat met name de VVD en de BoerBurgerBeweging zich grote zorgen maken over de aangenomen motie. Beide partijen vrezen dat een snelle uitvoering grote gevolgen kan hebben voor de voedselproductie. Minister Schouten deelt die vrees.
(Bron: LTO Nederland)

Klik hier voor de motie van de Partij voor de Dieren.

Glastuinbouw Nederland - © 2024