NVWA wijst vrijstelling integreerbaar tripsmiddel af

Vandaag werd bekend dat de NVWA de teeltsituatie met trips in de sierteelt niet als noodsituatie erkend. Een middel kan pas beschikbaar komen na een vrijstellingsprocedure als er sprake is van een noodsituatie. Na een eerdere afwijzing op 23 mei 2016 was LTO Glaskracht Nederland een procedure van hoor- en wederhoor gestart met inbreng van diverse deskundigen.

Kenmerkend in de afwijzing is dat de NVWA niet kijkt naar de geïntegreerde gewasbescherming, ofwel Integrated Pest Management (IPM-systeem) dat telers hebben opgebouwd, maar puur kijkt naar de plaag trips. De NVWA gaat voorbij aan het feit dat telers in hun IPM-systeem naar alle plagen moeten kijken als ze een correctiemiddel inzetten tegen een bepaalde plaag. Naar het oordeel van deskundigen is het integreerbare middelenpakket onvoldoende.

Trips is een overbrenger van virussen. Mede daardoor ziet LTO Glaskracht de situatie wél als een noodsituatie, met name zodra zomerse omstandigheden een versnelling geven van de levenscyclus van trips.

LTO Glaskracht vindt het besluit van de NVWA onbegrijpelijk. Zolang IPM-systemen niet sluitend zijn voor alle plagen moet de sector op zoek naar integreerbare correctiemiddelen. Als die in de reguliere toelating ontbreken wil de sector een beroep kunnen doen op vrijstellingen om noodsituaties te voorkomen.

Het ontbreekt telers nu aan correctiemiddelen om hun IPM-systeem in stand te houden. Daarnaast verliezen ze hun succesvolle spintaanpak volgens de IPM methodiek als ze moeten terugvallen op breed werkende insecticiden, zoals de NVWA suggereert.

Wat nu?
Vanuit de gewasbeschermingsmonitor zegt de wetgeving dat de sector een IPM aanpak moet ontwikkelen. Hier botsen de belangen. De zomer is al begonnen en het tijdpad van het beschikbaar komen van een vrijstelling komt dan pas ver in het najaar. LTO Glaskracht beraadt zich de komende tijd op de ontstane situatie.

Lees <link thema plantgezondheid ipm>hier meer over IPM.

Jean Aerts

Glastuinbouw Nederland - © 2024