De ontwikkelingen in Italië zijn vergelijkbaar met die in Nederland (en elders in Europa, Amerika en Canada). Naast voldoende goed gietwater is ook voldoende arbeid lastig. Naast handen voor productiewerk is ook gekwalificeerd personeel lastig te vinden. De verwachting is dat de grotere bedrijven door zullen groeien en de kleinere bedrijven zullen stoppen of overgenomen worden door de grotere bedrijven. De grotere bedrijven zullen ook investeren in mechanisering en automatisering, iets wat nu nog niet vaak gebeurt in Italië. Veel arbeid gebeurt hier nog met de hand.

Tijdens de studiereis Hortensia naar Italië werden bedrijven bezocht in Latina (ten zuiden van Rome) en in de omgeving van Pisa en Venetië. Veel kwekers groeien hier hun eigen halfwas planten om deze volgend jaar in bloei te trekken. De gedachte is dat dit goedkoper is dan halfwas planten te importeren uit Nederland, Frankrijk of Duitsland. Italianen zijn bereid om €2 meer te betalen voor Italiaans product. Er wordt weinig geëxporteerd. Bijna de hele productie is voor de lokale markt. De grootste vraag is rond Pasen en dan vooral grote potmaten met groot gewas. Veel bedrijven halen 70% van hun omzet in de maanden maart en april.

De kwaliteit is niet overal optimaal, maar wordt verder naar het noorden wel beter. Dit heeft vooral te maken met de hete en droge zomer. Het gebrek aan voldoende goed gietwater maakt de teelt nog lastiger. Ook is het verschil tussen dag en nacht temperatuur in het zuiden te klein. Vele bedrijven lopen tot drie weken achter en kunnen de planten nog niet in de koelcel zetten. Door de vroege Pasen in 2018 wordt het nog een hele uitdaging om de planten op tijd te kunnen afleveren.