Verbeteren ondergrondse weerbaarheid in Praktijkpilot kas als ecosysteem ‘Weerbare radijsteelt’

In de radijsteelt kunnen bacteriën en schimmels in de teelt voor problemen zorgen, bijvoorbeeld Rhizoctonia, Fusarium en Stenotrophomonas kunnen veel schade veroorzaken. Om de ziektedruk te verminderen wordt de grond gestoomd, maar er wordt door de radijstelers ook gezocht naar meer duurzame oplossingen. Om de ondergrondse weerbaarheid in de radijsteelt te verbeteren is Glastuinbouw Nederland in samenwerking met Koppert en Van Iperen op een praktijkbedrijf een pilot gestart. Is het mogelijk het ondergrondse ecosysteem te verbeteren met behulp van de inzet van bepaalde micro organismen en minder gewasbescherming?

Intensieve monitoring
Tenminste één teeltjaar wordt in samenwerking met de partners en de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research  intensief gemonitord om te kijken of we met het gebruik van organische meststoffen en bepaalde bodemstimulanten meetbare verschillen in het microbioom kunnen vinden. Leidt dit ook daadwerkelijk tot een lagere ziektedruk en een stabiel oogst niveau?

In overleg met de betrokken radijsteler is de primaire focus in deze pilot het verhogen van de bodemweerbaarheid gericht op een vermindering van schade door de bacterie Stenotrophomonas. Deze bacterie geeft veel schade, de ziektedruk van deze en andere bodemziekten worden onderdrukt door elke 2 jaar te stomen.

Opbouw bodemweerbaarheid
Het opbouwen van bodemweerbaarheid gaat niet in één of enkele rondjes radijs telen. De grond moet zich namelijk aanpassen aan het nieuwe “dieet” en daarvoor is een langere periode nodig. In het najaar ontstaan de problemen met zwarte vaten, dus het is belangrijk om de weerbaarheid nu op te bouwen. In deze pilot worden weerbare teeltsystemen van Koppert en van Van Iperen vergeleken met een regulier teeltsysteem. WUR Glastuinbouw zorgt voor een onafhankelijke monitoring, met analyses en beoordelingen van o.a. productie, ziekteontwikkeling, en (a)biotische eigenschappen van de bodem.

Eerste resultaten
De teelt met verschillende behandelingen is gestart in september 2023, na het stomen, en in januari en maart 2024 zijn de eerste monsters genomen. De telers geven aan dat er bovengronds nog geen verschillen te zien zijn, daar is het ook nog te vroeg voor. Uit de eerste analyses bleek bij de oogst in januari een positief effect van de behandelingen ten opzichte van de controle. Dit verschil was bij de oogst in maart niet meer terug te vinden. In de bodemmonsters is nog nergens Rhizoctonia gevonden en ook geen verschillen in voorraad van nutriënten.

Financiering van deze pilot
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het pilotprogramma Kas als Ecosysteem en wordt gefinancierd uit het praktijkprogramma Plantgezondheid en stichting Kennis in je Kas (KIJK).

Liesbeth Nijs

Liesbeth Nijs

Glastuinbouw Nederland - © 2024