Moties Tweede Kamer moeten leiden tot meer liquiditeit bedrijfsleven

De Tweede Kamer heeft vorige week een tweetal moties aangenomen, die de liquiditeitspositie van het Nederlandse bedrijfsleven moeten verbeteren. Beide moties, ‘Verrekening VPB’ en ‘Verlies 2020 verrekenen met eventuele winst in 2019’, zijn mede geïnitieerd door de Taskforce Arbeid. Het ministerie van Financiën werkt dit nu uit in een regeling.

De motie ‘Verruimen verliesverrekening VPB’ verzoekt de regering te onderzoeken of een verruiming van de huidige verliesverrekening kan bijdragen aan het verbeteren van de liquiditeitspositie van het Nederlandse bedrijfsleven.
De motie ‘Onderzoeken of in 2020 aangifte kan worden gedaan en verlies worden verrekend met winst in 2019’ verzoekt de regering te onderzoeken of, en zo ja, hoe het mogelijk is om toe te staan dat al in 2020, op basis van een geschatte winst- en verliesrekening, aangifte gedaan kan worden en direct het geschatte verlies verrekend kan worden met de winst in 2019.
Beide moties werden ingediend door Van Haga (lijst Van Haga) en Baudet (Forum voor Democratie). Voor alle duidelijkheid: de nieuwe regeling is er nog niet, daar wordt door het ministerie aan gewerkt.

Snelheid geboden
Het grote probleem voor ondernemers is liquiditeit: wel kosten; geen opbrengsten. Dat geldt in de glastuinbouw met name voor ondernemers in de sierteelt en voor bedrijven die primair leveren aan horeca en foodservice. Daarom heeft de Taskforce Arbeid bij de politiek aangegeven dat het voortbestaan van een groot aantal bedrijven ernstig wordt bedreigd. De maatregelen van de overheid (inclusief Belastingdienst) en van banken en anderen voorzien in liquiditeit nu, maar die moet natuurlijk later wel worden ingelopen. De taskforce ziet dat in de uitvoering van de maatregelen snelheid geboden is, maar dat er ook meer maatwerk nodig is. Daar is bij de Tweede Kamer en het Kabinet, ook vanuit de Taskforce Arbeid, aandacht voor gevraagd.

Korte termijn
Ten aanzien van de korte termijn zijn de volgende denkrichting voorgesteld: Geef ondernemers die in 2020 verlies maken de zekerheid dat zij uitstel van betaling krijgen voor de nog niet opgelegde aanslagen c.q. voorlopige aanslagen over 2019. Dit zou bereikt kunnen worden door ze in deze fase zonder nader onderbouwing uitstel te verlenen en met een tussenbalans op twee maanden na de intelligente lockdown het verlies over deze periode te betrekken bij de verlenging van de uitstelperiode. Verreken teruggaven van belasting niet automatisch met openstaande aanslagen waarvoor uitstel is verleend.

Langere termijn
Voor de langere termijn (inzake de aangifte IB en VPB in 2021 over 2020) waren de adviezen: Herzie als hierom wordt verzocht de voorlopige aanslagen 2020 en breng deze terug naar nihil, zodat meteen aanspraak kan worden gemaakt op terugbetaling van betaalde belasting. Voor nog niet betaalde voorlopige aanslagen 2020 hoeft dan geen uitstel te worden gevraagd. Verruim de verliesverrekening in de VPB van 1 naar 3 jaar, zoals ook in de crisisjaren het geval is geweest.

Roger Abbenhuijs

Glastuinbouw Nederland - © 2024