De winters worden natter en de zomers worden droger. In de zomer neemt het aantal zware buien toe, kortom de frequentie van de extremen neemt toe en de extremen worden extremer. Overigens geeft het KNMI aan dat de weersextremen van de afgelopen jaren gedeeltelijk zijn toe te schrijven aan klimaatverandering, maar niet volledig.

Voorbereiden op veranderingen
De zeespiegel stijgt de komende decennia beperkt, omdat het een traag systeem is. Dat betekent echter dat de zeespiegel de komende eeuwen zal blijven stijgen, ook al neemt de CO2-emissie af. De stijging van de zeespiegel zal in West-Nederland leiden tot verzilting van het oppervlaktewater. De stijging van de temperatuur leidt tot warmer oppervlaktewater. Beide ontwikkelingen zijn slecht voor de waterkwaliteit.

Enerzijds is het dus van belang om de CO2-emissie te reduceren, maar we moeten ons ook voorbereiden op de komende veranderingen. Beschikbaarheid van (zoet) water wordt steeds minder vanzelfsprekend, waardoor zelfvoorzienendheid belangrijker wordt. Dat kan door betere benutting van de neerslag. Dit vraagt dus meer waterberging door het veranderende neerslagpatroon.

Beschermde teeltomgeving
Stijging van de temperatuur heeft effect op het klimaat in de kas. Door de toename van insecten/dieren uit het buitenland zal ook de natuur zich moeten aanpassen, evenals de bescherming van de gewassen. Daarnaast worden de weersextremen op termijn zo extreem dat schade niet meer te voorkomen is.

Al met al lijkt dit een doemscenario, maar de glastuinbouw kent een beschermde teeltomgeving waardoor er ingespeeld kan worden op de meeste veranderingen en de sector is innovatief genoeg om oplossingen te bedenken. De grootste vraag zal zijn of de oplossingen op tijd ontwikkeld en geïmplementeerd kunnen zijn. We hebben immers niet alleen met de praktische realiteit te maken, maar ook met de juridische en maatschappelijke werkelijkheid.

Lees hier meer over de nieuwe klimaatscenario’s.