Rapportage screeningsonderzoek meeldauw op toetsgewas aardbei beschikbaar
Proefopzet
Doel van dit onderzoek was om een goed beeld te kunnen krijgen van de effectiviteit van al wel toegelaten, maar ook van enkele niet toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. De meeste middelen zijn ingezet volgens het huidige, geldende wettelijk gebruiksvoorschrift, of volgens een protocol dat vooraf met de producenten is afgestemd. De proefomstandigheden waren semi-optimaal voor de ontwikkeling van meeldauw, waardoor deze relatief laat en pleksgewijs optrad.
Conclusie
De eerste meeldauwstippen waren een week na infectie te zien, op het moment van de vijfde toepassing (0DAT5). De ontwikkeling van meeldauw verliep aanvankelijk langzaam. Pas 26 dagen na infectie, 6 dagen na toepassing 10 (6DAT10), nam de meeldauw snel toe in de onbehandelde velden tot een zware infectie.
Alle middelen die preventief zijn toegepast, hadden een goed bestrijdingseffect op meeldauw. Een week na het laatste toepassingsmoment was er een significant bestrijdingseffect te zien bij alle middelen. De effectiviteit lag tussen 46 en 100%. Geen van de toegepaste middelen had negatieve effecten veroorzaakt op gewasontwikkeling en de kwaliteit van het gewas. Bij een enkel middel werd er spuitresidu of gewasschade waargenomen. Op de foto: meeldauwinfectie in aardbei.
Lees de resultaten en conclusies in het bijgevoegde rapport. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door Stichting Kennis in je Kas.