Verse aardbeien uit de muur: in Friesland een doorslaand succes

In het Friese dorp Berlikum kun je van april tot en met december verse aardbeien uit de muur halen. René van Wingerden (36) en zijn vrouw Marlies (34) runnen er sinds twee jaar een aardbeienkwekerij. Hun bedrijf Fryske Strawberries is inmiddels een begrip in Friesland. Niet in de laatste plaats door de automaat waaruit voorbijgangers een bakje met verse aardbeien kunnen trekken. “Alsof je bij de FEBO bent, maar dan met heerlijk verse en gezonde aardbeien.”

Marlies is tuindersdochter. Haar vader, Cock van Overbeek, was een tomatenteler uit Portugaal, een dorp onder de rook van Rotterdam. Twintig jaar geleden vestigde hij zich in het Friese Beetgum, waar hij tomaten en later ook komkommers ging telen. Aardbeien deed hij er uit hobby bij. René: “Hij verkocht ze aan de weg. Hier in Friesland wilde hij die hobby graag wat groter oppakken. Toen er in Berlikum een aardbeienkwekerij te koop kwam, was het besluit dan ook snel genomen”. Na het overlijden van Cock vorig jaar, besloten Marlies en René de aardbeienkwekerij voort te zetten.

Automaat
Bijna iedereen in de omgeving van Berlikum weet Fryske Strawberries te vinden. Je kunt er van acht uur ’s ochtends tot half tien ’s avonds aardbeien kopen. “Dankzij onze automaat”, legt René uit. “Je stapt een soort huisje binnen. Daar zie je de wand van onze koelcel, waarin we een automaat hebben geplaatst. Zo kunnen we mensen de hele dag door verse gekoelde aardbeien aanbieden.”

Behalve aardbeien kun je bij René en Marlies ook andere streekproducten uit de muur trekken, zoals pruimen, appels, peren, blauwe bessen en komkommers. “Daarvoor werken we samen met collega-telers uit de buurt. Op termijn willen we ook jam gaan verkopen. Die is dan gemaakt van onze eigen aardbeien.”

Toeristen en bakkerijen
René en Marlies vinden het leuk aardbeien te telen voor mensen uit de regio en mensen die toevallig langskomen. “Het gaat niet alleen om dorpsgenoten, maar ook mensen uit Leeuwarden, Franeker of nog verder in Friesland. Ook toeristen weten ons te vinden, vaak hebben zij iets over ons gelezen in plaatselijke kranten of op internet of blijkt ons bedrijf aan een toeristische fietsroute te liggen.”

Het ondernemersechtpaar staat ook geregeld op jaarmarkten en lokale evenementen. “Afgelopen zomer nog in Sexbierum tijdens een klimaatfestival.” Verder kan iedereen die dat wil, de aardbeienkwekerij komen bekijken tijdens Kom in de Kas, een jaarlijks evenement waaraan glastuinders in heel Nederland meedoen. “We hebben ook een keer een plukdag georganiseerd. Toen kregen we tweeduizend mensen over de vloer en hebben we hun uitgebreid kunnen laten zien hoe onze aardbeien geteeld worden.”

Fryske Strawberries is aangesloten bij telerscoöperatie Oxin Growers. Via deze organisatie verkopen René en Marlies hun aardbeien aan zakelijke klanten. “Zo leveren we bijvoorbeeld aardbeien aan nabijgelegen horecabedrijven, een groep bakkerijen en een winkel met streekproducten. We vinden het leuk om juist in onze eigen omgeving actief te zijn. En we merken ook dat men hier in Friesland dol is op aardbeien!”

Kassen en restwarmte
De in totaal vijf hectare met aardbeien worden geteeld in glazen kassen, plastic tunnelkassen en buiten op stellingen. “Stellingen zijn een soort smalle tafels waarop we de aardbeien telen. Er werken hier vijftien mensen en als we het druk hebben wel dertig. Dankzij die stellingen hoeven ze bij het plukken van de aardbeien niet te bukken, de vruchten hangen dan op een comfortabele werkhoogte.”

De kassen worden, wanneer dat nodig is, verwarmd tot achttien à twintig graden. “Op die manier kunnen we bijna het hele jaar door aardbeien oogsten.” De benodigde warmte betrekken ze van de naastgelegen komkommerkwekerij. “Het warme water dat daar de kas heeft verwarmd, is namelijk nog warm genoeg om ook onze kassen op temperatuur te houden. We gebruiken dus restwarmte. Daarvoor stookt de buurman nog steeds aardgas, maar de warmte wordt wel heel efficiënt benut.”

Samen met andere glastuinders in Berlikum zoeken René en Marlies naar manieren om verder te verduurzamen en voor de verwarming van hun kassen niet meer afhankelijk te zijn van aardgas. Dat valt echter nog niet mee, vertelt René. “Aardwarmte is voor het gebied waarin wij zitten, waarschijnlijk geen optie. Daarom kijken we nu hoe we volledig kunnen overstappen op groene stroom. Met het enkel neerzetten van een elektrische boiler ben je er niet, er zullen meerdere opties nodig zijn om te elektrificeren. En die zijn we nu als glastuinbouwgebied aan het onderzoeken.”

Roofmijten en roofwantsen
Ook als het gaat om de bestrijding van ziekten en plagen die zich kunnen voordoen in de aardbeienplanten, doen René en Marlies hun best om dat zo duurzaam mogelijk aan te pakken. “We gaan zoveel mogelijk preventief te werk door bijvoorbeeld zakjes met roofmijten en roofwantsen in te zetten. Die beestjes eten bijvoorbeeld spint, trips, wittevlieg en luis op, insecten die schadelijk zijn voor de aardbeien.”

Mochten deze ‘natuurlijke vijanden’ niet afdoende blijken, dan worden biologische middelen ingezet. Als ook die niet voldoende zijn – iets wat niet vaak het geval is – wordt een chemisch middel gebruikt. Nadrukkelijk stelt René dat dit echter een laatste redmiddel is. “Je spuit daarmee immers ook de goede beestjes dood, wat je juist niet wilt. We proberen dus zo lang mogelijk een biologische aanpak vol te houden.”

Quincy von Bannisseht

Glastuinbouw Nederland - © 2024