De uitgangspunten van het Sociaal Akkoord van april 2013 zijn voor de werkgeversorganisaties leidend bij de beoordeling van de werking van de WWZ. Stapeling van risico's en lasten worden in de praktijk ervaren. Vaste arbeidsovereenkomsten worden door werkgevers ervaren als nog vaster dan voor de inwerkingtreding van de WWZ. De bedoeling was juist het tegenovergestelde te bereiken.

Knelpunten
Ervaart u in uw bedrijfsvoering een of meer van de onderstaande knelpunten? Laat het ons dan weten. Liefst op korte termijn, want dan nemen wij deze mee in de discussie in de Stichting van de Arbeid.

1. De nieuwe ontslagvergunningverlening, zowel via de route UWV als de kantonrechter, is complexer geworden door andere procedures en criteria. Dat leidt tot grotere onzekerheid over de uitkomst én de kosten waarmee niet op de praktijk binnen de ondernemingen wordt aangesloten.
2. Hetzelfde geldt voor de ketenbepaling en de effecten die o.a. de 6 maanden periode heeft op arbeidsovereenkomsten. Voor de land- en tuinbouw is er inmiddels een akkoord tussen LTO, FNV en CNV Vakmensen om die periode in te korten. Minister Asscher van SZW heeft dit inmiddels goedgekeurd. Nu nog de verankering in de CAO's Glastuinbouw en Open Teelten.
3. Ook zijn er knelpunten rond de transitievergoeding, te betalen bij bedrijfsbeëindiging, na de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte en op het vlak van de toepassingsmogelijkheid van de overgangsregeling voor 25 min bedrijven.

Inmiddels is in de Stichting van de Arbeid afgesproken om op korte termijn tot een inventarisatie van de ervaringen te komen, ook van de zijde van werknemersorganisaties. Op basis van de gezamenlijke inventarisatie van knelpunten in de praktijk vindt overleg met het kabinet plaats. Minister Asscher van SZW heeft deze procedure ook in de Tweede Kamer meegedeeld en hij wil voor de zomer tot conclusies komen.